3.1In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) [verweerder] en zijn echtgenote waren tot medio 2007 bestuurders van de besloten vennootschappen [A] Groep B.V. (hierna: [A] Groep) en MCD Groep B.V. (hierna: MCD Groep).
(ii) [A] Groep was bestuurster van een aantal besloten vennootschappen, gezamenlijk aan te duiden als de Renaultvestigingen.
(iii) MCD Groep was bestuurster van een aantal besloten vennootschappen, hierna gezamenlijk aan te duiden als: de Nissanvestigingen.
(iv) De vennootschappen onder (ii) en (iii) worden hierna gezamenlijk ook aangeduid als de [B-]vennootschappen.
(v) Tussen de Renaultvestigingen en ABN-AMRO bank (hierna: de bank) is op 3 mei 1999 een kredietovereenkomst tot stand gekomen. De onderhandse akte waarin deze is vastgelegd, is ondertekend door [verweerder] en vermeldt onder meer het volgende:
“De Kredietnemer krijgt op basis van de aan ABN AMRO verstrekte informatie een krediet in rekening-courant ter beschikking tegen de in deze overeenkomst met bijbehorende bijlage vermelde condities. Het krediet dient ter financiering van de bedrijfsuitoefening van de Kredietnemer.
Omvang faciliteitNLG 1.000.000,=
(…)
Zekerheden en verklaringen
- Pandrecht voorraden.
Steeds uiterlijk aan het begin van elke maand ontvangt ABN AMRO een opgave van de occasions van de Kredietnemer en het uitstaande crediteurensaldo voor zover het betreft niet-betaalde leveranciers per de daaraan voorafgaande maand-ultimo.
- Pandrecht vorderingen.
- De Kredietnemer is tot nader aankondiging vrijgesteld van de verplichting om ABN AMRO periodiek in het bezit te stellen van een gespecificeerde en rechtsgeldig ondertekende opgave van de aan ABN AMRO te verpanden vorderingen. Deze vrijstelling zal door enkele aankondiging van ABN AMRO komen te vervallen.”
(vi) De Renaultvestigingen hebben in 2001 aan de bank pandrecht verleend op de voorraden en/of vorderingen van de Renaultvestigingen. De daartoe opgemaakte pandakte is op 18 juni 2001 geregistreerd bij de belastingdienst en vermeldt voor zover hier van belang het volgende:
“1. De Pandgever:
- geeft hierbij zijn huidige en toekomstige voorraden aan de Bank in pand.
- verbindt zich hierbij zijn huidige en toekomstige vorderingen aan de Bank in pand te geven.
2. De in deze akte bedoelde inpandgeving strekt tot zekerheid voor de voldoening van al hetgeen de Pandgever aan de Bank nu of te eniger tijd verschuldigd is of zal zijn, uit welken hoofde ook, in en/of buiten rekening-courant, en al of niet in het gewone bankverkeer.”
De akte is namens de Renaultvestigingen ondertekend door [verweerder].
(vii)Tussen de [B-]vennootschappen alsmede [A] Groep enerzijds en de bank anderzijds is op 24 januari 2005 een kredietovereenkomst tot stand gekomen. De onderhandse akte waarin deze is vastgelegd, is ondertekend door [verweerder] en vermeldt onder meer het volgende:
“De Kredietnemer krijgt op basis van de aan ABN AMRO verstrekte informatie een krediet in rekening-courant ter beschikking tegen de in deze overeenkomst met bijbehorende bijlage vermelde condities. Het krediet dient ter financiering van de bedrijfsuitoefening van de Kredietnemer.
Omvang faciliteitEUR 3.300.000,=
De kredietnemer kan van het rekening/courant krediet gebruik maken tot maximaal de som van 75% van de RDC-waarde van de door de Kredietnemer betaalde en aan ABN AMRO verpande gebruikte personenwagens en tot maximaal 75% van de inkoopwaarde of, indien deze lager is, de door ABN AMRO te bepalen marktwaarde van de door de Kredietnemer betaalde en aan ABN AMRO verpande nieuwe personenwagens en 70% van het totaalbedrag van de aan ABN AMRO conveniërende vorderingen, uiteraard met inachtneming van het maximumbedrag van het krediet.
(...)
Zekerheden en verklaringen
- Pandrecht voorraden.
Aan het begin van elke maand ontvangt ABN AMRO een opgave van de voorraden van de Kredietnemer en het uitstaande crediteurensaldo voor zover het betreft niet-betaalde leveranciers per de daaraan voorafgaande maand-ultimo.
- Pandrecht gebruikte personenwagens, tweede in rang, van MCD Lelystad B.V. en van MCD Harderwijk B.V.
Aan het begin van elke maand ontvangt ABN AMRO een opgave van deze personenwagens en het uitstaande crediteurensaldo voor zover het betreft niet-betaalde leveranciers per de daaraan voorafgaande maand-ultimo.
- Pandrecht vorderingen.
Ofschoon de Kredietnemer gehouden is deze vorderingen doorlopend aan ABN AMRO te verpanden, kan de Kredietnemer tot nader aankondiging van ABN AMRO volstaan met ABN AMRO aan het begin van elke maand in het bezit te stellen van een rechtsgeldig ondertekende pandlijst waarin deze vorderingen zijn gespecificeerd (wijziging).
- Pandrecht inventaris.
- Op grond van artikel 18 van de Algemene Voorwaarden van ABN AMRO strekken alle zaken, waardepapieren en effecten die ABN AMRO of een derde voor haar uit welken hoofde ook van of voor de Kredietnemer onder zich heeft of krijgt, alle aandelen in verzameldepots als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer die zij onder haar beheer heeft of krijgt, en alle bestaande en toekomstige vorderingen van de Kredietnemer op ABN AMRO uit welken hoofde ook ABN AMRO tot pand voor al hetgeen zij uit welken hoofde ook van de Kredietnemer te vorderen heeft of zal hebben ABN AMRO aanvaardt hierbij dit pandrecht. Voor zover deze goederen nog niet aan ABN AMRO zijn verpand, al dan niet bij voorbaat, tot zekerheid van de hiervoor genoemde verplichtingen van de Kredietnemer, geldt deze Kredietovereenkomst als pandakte en (lees:) wordt voor de verpanding noodzakelijke mededeling voor zover nodig hierbij geacht te zijn gedaan.”
(viii) Door alle [B-]vennootschappen, alsmede [A] Groep, is aan de bank pandrecht en volmacht verleend. Daartoe is een “combi-pandakte met volmacht voor voorraden en/of inventaris en/of vorderingen” tot stand gebracht, die is ondertekend op 6 januari 2005 en op 4 maart 2005 geregistreerd bij de belastingdienst. Deze akte vermeldt voor zover hier relevant het volgende:
“1. De Pandgever verbindt zich hierbij tot verpanding aan de Bank van al zijn navolgende Goederen:
[] zijn huidige en toekomstige Voorraden
[] zijn huidige en toekomstige Inventaris
[] zijn huidige en toekomstige Vorderingen
en geeft deze Goederen hierbij, voor zover het toekomstige Goederen betreft bij voorbaat, aan de Bank in pand. De Bank aanvaardt deze verpanding.
2. De in deze akte bedoelde verpanding strekt tot zekerheid voor de voldoening van al hetgeen de Pandgever aan de Bank nu of te eniger tijd verschuldigd is of zal zijn, uit welken hoofde ook, in en/of buiten rekening-courant, en al of niet in het gewone bankverkeer.
3. De Pandgever verklaart dat hij tot de verpanding bevoegd is, en verbindt zich er voor zorg te dragen dat het pandrecht van de Bank eerste in rang is en dat op de Goederen geen ander beperkt recht (zoals een ander pandrecht dan het onderhavige of een recht van vruchtgebruik) en geen beslag of retentierecht rust of zal rusten.
5. In aanvulling op de A.B.V. verleent de Pandgever hierbij volmacht aan de Bank, al dan niet vertegenwoordigd door haar procuratiehouders, om deze Goederen, te allen tijde en bij herhaling, namens de Pandgever aan zichzelf te verpanden, en daarbij namens de Pandgever met zichzelf te handelen, en alles te doen wat daartoe dienstbaar kan zijn. De Bank is met inbegrip van maar niet beperkt tot de mogelijkheid tot verpanding bij notariële akte. Deze volmacht is onvoorwaardelijk en onherroepelijk; en doet niet af aan de opeisbaarheid van de verplichting van de Pandgever om de verpanding zelf tot stand te brengen.
6. In afwijking van hetgeen daaromtrent in de A.B.V. is bepaald wordt onder ‘Vorderingen’ in de A.B.V, deze akte en vervolgakten verstaan: alle huidige en toekomstige vorderingen (of gedeelten daarvan) die de Pandgever nu of te eniger tijd op enige natuurlijke persoon, juridische entiteit heeft en /of zal hebben, zowel geldvorderingen als niet-geldvorderingen daaronder begrepen, en al dan niet opeisbaar, onder voorwaarde of tijdsbepaling, alles in de ruimste zin.”
Deze akte is namens de [B-]vennootschappen en [A] Groep ondertekend door [verweerder].
(ix) RCI maakt deel uit van de Renault S.A.S. groep, die participeert in Nissan Motor Corp., die op haar beurt 100% aandeelhoudster is van Nissan Nederland B.V. RCI verzorgt onder meer de financiering ten behoeve van de wederverkoop van Renault- en Nissanvoertuigen op “kleinhandelsniveau”.
( x) Met de [B-]vennootschappen zijn door RCI zogenoemde mantelovereenkomsten gesloten, die namens de afzonderlijke [B-]vennootschappen telkens door [verweerder] zijn ondertekend op de hierna in (xii) vermelde data. In de overeenkomsten wordt de betreffende [B-]vennootschap aangeduid als ‘Dealer’.
(xi) De hiervoor in (x) genoemde overeenkomsten zijn voor zover hier van belang gelijkluidend en vermelden, onder meer het volgende:
“2. Doel van de overeenkomst