ECLI:NL:HR:2006:AZ0758
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van een bestuurder van een fiscale eenheid voor onbetaald gelaten belastingaanslagen
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een directeur-enig aandeelhouder van failliet verklaarde vennootschappen die een fiscale eenheid voor de omzetbelasting vormden. De ontvanger van de Belastingdienst heeft de bestuurder aangeklaagd wegens onrechtmatig handelen, omdat hij niet of niet tijdig belastingaangiften heeft gedaan, wat heeft geleid tot schade voor de ontvanger. De zaak begon met een dagvaarding op 25 september 1998, waarbij de ontvanger vorderingen indiende tegen de bestuurder. De rechtbank te Almelo heeft op 9 januari 2002 de vorderingen van de ontvanger toegewezen, maar het gerechtshof te Arnhem heeft op 7 juni 2005 dit vonnis vernietigd en de vordering afgewezen. De ontvanger heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft op 8 december 2006 geoordeeld dat de bestuurder niet onrechtmatig heeft gehandeld. Het hof had vastgesteld dat de bestuurder niet in strijd met zijn wettelijke verplichtingen had gehandeld, omdat deze verplichtingen op de fiscale eenheid rustten. De Hoge Raad benadrukte dat voor persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder een voldoende ernstig verwijt moet kunnen worden gemaakt. Het hof had geconcludeerd dat de ontvanger onvoldoende feiten had gesteld die zouden rechtvaardigen dat de bestuurder wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de fiscale eenheid haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen.
De Hoge Raad heeft het beroep van de ontvanger verworpen en geoordeeld dat de ontvanger in de kosten van het geding in cassatie werd veroordeeld. Dit arrest bevestigt de noodzaak voor een duidelijke bewijsvoering van onrechtmatig handelen en de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders in vergelijkbare gevallen.