Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Doetinchem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
3.Geschil
- de hoogte van het geheven griffierecht en de verschuldigdheid daarvan bij aanvang van de gerechtelijke procedure in strijd is met het Unierecht,
- de Rechtbank terecht stukken van belanghebbende heeft geweigerd,
- de Rechtbank en het Hof bevoegd zijn uitleg te geven aan de bepalingen van het Unierecht,
- de Inspecteur het verdedigingsbeginsel heeft geschonden,
- sprake is van een in strijd met het Unierecht vermeend verschil in heffingsmodaliteiten ten aanzien van binnenlandse en uit het buitenland afkomstige auto’s zodat de belasting verminderd moet worden en belanghebbende in verband daarmee aanspraak kan maken op een rentevergoeding wegens de vooruitbetalingsverplichting van de bpm,
- de Inspecteur in bezwaar op grond het in artikel 110 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU) neergelegde discriminatieverbod van rechtswege verplicht is te waarborgen dat niet meer belasting wordt geheven dan op soortgelijke binnenlandse voertuigen,
- het bepaalde in de onderdelen 3.4 en 3.5 van bijlage 1 van de Uitvoeringsregeling bpm (hierna: bijlage 1) in strijd is met artikel 110 VWEU,
- de handelsinkoopwaarde van de auto verminderd moet worden met een korting “exrental” ondanks dat de auto geen verhuurverleden heeft,
- recht bestaat op vermindering van bpm wegens toepassing van het tarief van het jaar voorafgaand aan het jaar van eerste toelating,
- voor de auto recht bestaat op vermindering van bpm wegens extra leeftijdskorting,
- de Inspecteur van rechtswege en zonder een daartoe ingediend verzoek verplicht is aan belanghebbende rente te vergoeden bij vermindering van de verschuldigde bpm,
- belanghebbende recht heeft op (integrale) vergoeding van de kosten gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep, en
- belanghebbende aanspraak kan maken op een rentevergoeding over het betaalde griffierecht ongeacht de gegrondbevinding van het (hoger) beroep.
4.Beoordeling van het geschil
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).