Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
- de memorie van antwoord in incidenteel appel (met producties),
- de akte van [appellant] (met productie),
- de akte uitlating producties van Dexia,
- de akte van [appellant] ,
- de antwoordakte van Dexia (met productie).
3.De vaststaande feiten
inleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
- [appellant] is ongevraagd aan de deur benaderd door een medewerker van Alpha Emergo. Vervolgens is er een afspraak gemaakt bij [appellant] thuis voor een gesprek.
- [appellant] vertelde aan de medewerker van Alpha Emergo dat hij wilde sparen om zijn pensioen aan te vullen. De medewerker heeft na inventarisatie van de financiële situatie en wensen van [appellant] hem geadviseerd het product ‘Capital Effect’ af te sluiten. Dit was volgens de medewerker een geschikt product voor [appellant] . Het betrof volgens de medewerker een veilige manier van vermogensopbouw; er zou worden belegd in solide aandelenfondsen.
- [appellant] had tijdens het gesprek aan huis niet de beschikking over de tekst van de overeenkomst maar was in de veronderstelling goed te zijn voorgelicht. [appellant] werd geadviseerd aan de hand van een brochure en een prognose van Alpha Emergo.
- [appellant] ging af op het advies van de medewerker van Alpha Emergo, die zich deskundig en professioneel presenteerde, en heeft de overeenkomst gesloten.
afnemers van Dexiadaardoor benadeeld zijn, maar dat [appellant] moet onderbouwen dat Dexia jegens
hemeen onrechtmatige rechtsinbreuk heeft gepleegd, met schade tot gevolg. Ook rust op [appellant] in beginsel de verplichting om de omvang van zijn schade te onderbouwen. Zoals het hof in een aantal arresten, waaronder een arrest van 25 juni 2019 en 3 november 2020, heeft overwogen, kon [appellant] derhalve niet volstaan met een algemene uiteenzetting over de wijze waarop Dexia – op macroniveau – (mogelijk) voordeel heeft kunnen behalen bij de inkoop van aandelen door een opslag te berekenen, maar had [appellant] moeten toelichten welke vordering voor hem hieruit zou kunnen voortvloeien. [8] Het hof overweegt dat [appellant] op dit punt ook geen vordering op Dexia heeft. Grief 3 faalt.
€ 17,42 wettelijke rente aan [appellant] verschuldigd is. Daarom dient Dexia nog aan [appellant]
€ 8,58 aan wettelijke rente te betalen. Grief 5 van [appellant] slaagt.