Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
- advisering door tussenpersoon;
alleen[onderstreping hof] tot deel C van de bijlage behoren.”
beperkttot het aanbrengen van cliënten bij een effecteninstelling. Wanneer hij meer activiteiten wil ontplooien, zoals adviseren over beleggen, wordt hij dus ook weer vergunningsplichtig. Het verbod aan cliëntenremisiers om niet zonder vergunning mede op te treden als beleggingsadviseur past dan ook geheel binnen de kaders van de Richtlijn Beleggingsdiensten. Daarbij is ook nog in aanmerking te nemen dat de Richtlijn Beleggingsdiensten voorziet in minimumharmonisatie en dat het blijkens de considerans de lidstaten is toegestaan om strengere regels vast te stellen dan in deze richtlijn, meer in het bijzonder op het stuk van de vergunningsvoorwaarden (zie Hoge Raad 2 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2015, onder 3.6.4).
- de mate waarin tussen de cliëntenremisier en de (potentiële) afnemer afspraken zijn gemaakt over de wederzijdse prestaties, zoals over het al dan niet betalen van een vergoeding voor het door de cliëntenremisier te verrichten werk;
- de mate waarin door de afnemer inzicht is verkregen in de positie van de cliëntenremisier tegenover de afnemer enerzijds en Dexia anderzijds;
- de inhoud van het beleggingsadvies, waarbij adviseren meer omvat dan een enkel aanprijzen van een product: het moet ten minste gaan om een ten behoeve van de afnemer gegeven advies waarin zijn persoonlijke financiële situatie is meegewogen. In de literatuur is het advies ook wel aangeduid als een beredeneerde aanbeveling om een bepaalde keuze te maken, waarbij de adviseur de omstandigheden en behoeften van de afnemer onderzoekt en zo het probleem afbakent waarover wordt geadviseerd, gevolgd door een analyse van dit probleem vanuit een bepaalde expertise, die de basis vormt voor de aanbeveling om op een bepaalde manier te handelen om het probleem aan te pakken. Dit kan de raad zijn om iets te doen, maar ook om een keuze te maken uit meerdere door de adviseur voorgelegde alternatieven, of om bepaalde handelingsmogelijkheden niet te benutten. Het louter aanprijzen van een kant-en-klaar product wordt in beginsel niet als een beleggingsadvies beschouwd.