Uitspraak
mrs. C.B. Schutteen
R. van den Berg, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mrs. S.W. Holtermanen
T.C.A. Dijkhuizen, beiden kantoorhoudende te Utrecht,
mrs. S.W. Holtermanen
T.C.A. Dijkhuizen, beiden kantoorhoudende te Utrecht.
- verzoekster als Nortra,
- verweerster sub 1 als Simetra,
- verweerster sub 2 als Breeze Holding,
- verweerster sub 3 als Breeze Vastgoed,
- verweerster sub 4 als Hotel Breeze,
- verweersters sub 2, 3 en 4 gezamenlijk als de Breezevennootschappen,
- verweersters gezamenlijk als het Simetra-concern,
- belanghebbende als [A] ,
- verweersters en belanghebbende gezamenlijk: Simetra c.s.
Het verdere verloop van het geding
eerstefasebeschikking), 26 oktober 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:3459), 10 december 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:4258), 5 februari 2024 (ECLI:NL:GHAMS:2024:301), 8 april 2024 (ECLI:NL:GHAMS:2024:1105 en ECLI:NL:GHAMS:2024:1278) in deze zaak.
eerste emissiebesluit, respectievelijk
tweede emissiebesluiten gezamenlijk: de
emissiebesluiten), alsmede de daarmee verband houdende besluiten;
2.Inleiding en feiten
[A]). In 2015 zijn zij een samenwerking aangegaan die was gericht op de bouw, ontwikkeling en exploitatie van een hotel in Amsterdam. Als vehikel voor de samenwerking is Simetra opgericht. Uitgangspunt voor de samenwerking was dat [A] een deel van de benodigde gelden zou investeren tegen toekenning van 90% van de aandelen in Simetra en dat [A] verantwoordelijk was voor het projectmanagement in ruil voor 10% van de aandelen in Simetra. Daarnaast zou [A] , die al bankierde bij ING, de benodigde externe financiering regelen, waarvoor hij zijn vennootschappen garant zou laten staan. [A] heeft ervoor gekozen in Simetra te participeren via Nortra, een vennootschap waarvan hij alle aandelen houdt en directeur is. Verder verkoos [A] het bestuur over Simetra te voeren via Aeon Plaza Hotels Management B.V. (hierna:
Aeon Management), een vennootschap waarvan hij (indirect) meerderheidsaandeelhouder en bestuurder is. In het kader van het project zijn in 2016 de drie Breezevennootschappen opgericht, waarvan Simetra (indirect) enig aandeelhouder is. Breeze Holding is enig aandeelhouder van Breeze Vastgoed en Hotel Breeze.
annexed) in total EUR 967,231 (the Final negative result incl. EUR 178,882 for March, EUR 264,559 for April, EUR 146,218 for May, EUR 154,354 for June and EUR 223,218 for July 2020).”
3.De bevindingen van de onderzoeker
4.Het verzoek en het verweer
weighted average cost of capital). De onjuiste WACC volgt ook uit het feit dat [A] , die beschikte over alle relevante informatie, bereid was miljoenen aan Simetra ter beschikking te stellen.
5.De beoordeling van het verzoek
Zwagerman; HR 10 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:199,
Cordial III; OK 25 oktober 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3458,
Simetra(de eerstefasebeschikking); OK 22 maart 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:991,
Wamberg Vastgoed; OK 3 februari 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:750,
Steenfabriek I; OK 19 december 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:3515,
Plato Beheer).
Ogem). Schending van een of meer gedragsnormen kan ook leiden tot het oordeel onjuist beleid (vgl. art. 2:354 BW). Onjuist beleid houdt in de gekwalificeerde schending van een of meer (gedrags)normen, welke schending(en) niet zo ernstig is (zijn) dat deze als handelen in strijd met elementaire beginselen van verantwoord ondernemerschap valt aan te merken (vgl. OK 25 oktober 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:2593,
Steenfabriek De Rijswaarden OK 14 november 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:3140,
ICTS). Bij de beantwoording van de vraag of de schending van een of meer (gedrags)normen moet worden aangemerkt als wanbeleid, dan wel als onjuist beleid, weegt mee of er opzettelijk onjuist of ernstig verwijtbaar is gehandeld (nagelaten) en of dit handelen (nalaten) heeft geleid tot zeer nadelige gevolgen voor de vennootschap en haar onderneming en/of voor een aandeelhouder jegens wie bijzondere zorgvuldigheid moest worden betracht (vgl. OK 30 november 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:3392,
SNS). Verder kan bij die kwalificatievraag worden betrokken of en zo ja, in hoeverre, de nadelige gevolgen naderhand zijn gerepareerd (OK 14 november 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:3140,
ICTS). Ook kan de eigen rol van de minderheidsaandeelhouder in ogenschouw worden genomen bij de vraag of de schending van (gedrags)normen als onjuist beleid, dan wel als wanbeleid moet worden aangemerkt.
-/- € 800.000. In dat jaar werd een verlies geleden van ruim € 2 miljoen. Begin 2000 was de situatie nog niet verbeterd. Volgens gebudgetteerde cijfers die het bestuur op 17 april 2020 naar de aandeelhouders zond, verwachtte het bestuur in de maanden januari en februari 2020 een verlies van bijna 3 ton. In maart 2020 werden de eerste coronamaatregelen getroffen. In april 2020 verwachtte het bestuur in de periode maart tot en met juli een verlies van bijna € 1 miljoen. Over heel 2020 budgetteerde het bestuur op dat moment een verlies van € 1,8 miljoen. Ook de onderzoeker heeft de noodzaak van aanvullende liquiditeiten onderschreven. Daarbij heeft hij erop gewezen dat het hotel in 2020 weliswaar open was maar nog niet geheel operationeel. Ook de onderzoeker bevestigt de voortdurende behoefte aan aanvullende financiering. In de gegeven omstandigheden – de belangrijkste activa waren inmiddels ondergezet en het eigen vermogen was negatief – lag het in de rede dat de aandeelhouders aanvullende financiering zouden verstrekken.
agreements(zie 2.16).
GreenChoice). Dat geldt ook voor de keuze van de onderzoeker om in het kader van zijn onderzoek derden in te schakelen, voor de aan derden te geven onderzoeksopdracht en de mate van diepgang waarin derden een deelonderzoek ten behoeve van de onderzoeker moeten verrichten. De onderzoeker heeft Wingman gevraagd op basis van de informatie uit het procesdossier te beoordelen of Simetra tot de conclusie kon komen dat een emissieprijs van € 1 gerechtvaardigd was. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer is de onderzoeker daarmee ruimschoots gebleven binnen de aan hem toekomende autonomie om het onderzoek zelfstandig te verrichten, om zelfstandig te bepalen of nader onderzoek door een derde geboden is, wie dat onderzoek moet verrichten, welke vraag aan deze deskundige moet worden gesteld en op basis van welke informatie die deskundige zal worden gevraagd te rapporteren. Endedijk als door de Ondernemingskamer aangewezen onderzoeker, had toegang tot alle informatie en heeft in redelijkheid kunnen oordelen dat Wingman met het omvangrijke procesdossier beschikte over voldoende informatie om de onderzoeksvraag op zinvolle wijze te kunnen beantwoorden (vgl. OK 30 januari 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:259). Daar komt bij dat partijen in het kader van hun commentaar op het concept-rapport in de gelegenheid zijn gesteld nadere informatie aan te dragen. Overigens was [A] tot medio 2019 indirect bestuurder van Simetra zodat mag worden verondersteld dat Nortra, via [A] , in elk geval op de hoogte was van de bestuurlijke informatie tot dat moment.
purchase of securities partial payment for the issue of shares’. Wat de tweede emissie betreft, heeft [A] een bankafschrift van Simetra getoond waaruit blijkt dat hij op 6 november 2020 een bedrag van € 2.250.000 aan Simetra heeft overgeboekt met als omschrijving ‘
fee in registered capital preliminary subscription agreement SL-202001 61.02’, daarbij verwijzend naar een eveneens door hem overgelegde ‘
Preliminary Subscription Agreement #SI-20200161.02’ van 5 november 2020 tussen [A] en Simetra. Daarin komen partijen kort gezegd overeen dat [A] zal deelnemen aan de emissie en de aandelen zal volstorten. De uitgifte-akte verwijst op haar beurt naar deze overeenkomst.