Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.(GEDAAGDE),
1.De procedure
- de gelijkluidende dagvaardingen van 18 februari 2021
- de akte overlegging producties 1 tot en met 70 van Nortra c.s.
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie, met producties 1 tot en met 50
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 71 tot en met 79
- het tussenvonnis van 15 juni 2022
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 22 november 2022 en de daarin vermelde processtukken.
2.De zaak in het kort
(gedaagde) stelt een tweetal tegenvorderingen op Nortra te hebben: één betreft een lening, de andere ziet op schadevergoeding wegens het niet nakomen van een afspraak.
3.De feiten
betrokken (rechts)personen
ultimate beneficial owner(UBO) van Nortra.
zero energy hotel’ in Amsterdam, het huidige Four Elements Hotel, voorheen genaamd Hotel Breeze (hierna ook: het Hotel). Bij de oprichting van Simetra hebben (gedaagde) en (bestuurder Nortra), tegen storting van het nominale bedrag van € 1 per aandeel, respectievelijk voor 90% en 10% deelgenomen in het geplaatst kapitaal van 1.000 gewone aandelen. (bestuurder Nortra) heeft in april 2015 zijn aandelen in Simetra overgedragen aan Nortra.
€ 500.000 aan (bestuurder Nortra) ter beschikking gesteld met de bedoeling dit door middel van de aankoop van aandelen te investeren in (één van de) hotels van (bestuurder Nortra) in Nederland. Dit bedrag is, toen de aankoop van aandelen niet lukte, uiteindelijk (zie hierna onder 3.13) met toestemming van (investeerder 1), geïnvesteerd in het project Breeze.
Any management contract for the hotel should create a fair balance between the parties, serving both parties' interests, create positive incentives in order to achieve the goal of the agreement (i.e. proper management at an arm's length fee) and should contain enforceable remedies for the parties in case the other party does not meet its obligations. The draft agreement sent by you does not meet these obvious requirements. (…)
- Aeon Management als bestuurder van Hotel Breeze een tegenstrijdig belang had bij het tekenen van de Managementovereenkomst, waardoor in redelijkheid kan worden betwijfeld of zij zich heeft laten leiden door het belang van Hotel Breeze;
- de Managementovereenkomst op gebrekkige wijze tot stand is gekomen;
- de voorwaarden van de Managementovereenkomst niet marktconform zijn en niet kan worden geconcludeerd dat de overeenkomst niet in het nadeel van Hotel Breeze is.
lock downde kosten van het Simetra-concern te voldoen.
onder het kopje ‘Het ontslag van Aeon Management als bestuurder en manager’- (4.11) dat het begrijpelijk is dat door de gang van zaken bij (gedaagde) de indruk is ontstaan dat Aeon Management zich bij het sluiten van de Managementovereenkomst vooral heeft laten leiden door haar eigen belangen in plaats van het belang van de vennootschappen van het Simetra-concern;
- (4.13) dat het besluit van de algemene vergadering van Simetra en de Breeze-vennootschappen om Aeon Management te ontslaan te billijken is;
- (4.14) dat niet is gebleken dat de door (gedaagde) ingeschakelde personen incapabel zijn;
- (4.15) dat niet aannemelijk is gemaakt dat (gedaagde) en (nieuwe bestuurder) als bestuurders van het Simetra-concern ernstig tekort schieten in het dagelijks management van het Hotel en/of kosten maken die niet noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering of om andere reden niet ten laste van het Simetra-concern kunnen worden gebracht.
- voor recht verklaard dat Hotel Breeze niet aan de Managementovereenkomst van 4 juli 2019 is gebonden;
- Aeon Management veroordeeld tot terugbetaling aan Simetra van € 129.019,88 aan projectmanagementvergoeding, met rente;
- Breeze Vastgoed veroordeeld tot betaling aan Econcepts van € 375.100 aan nog verschuldigde projectmanagementvergoedingen;
- enkele vennootschappen uit het Simetra-concern veroordeeld tot terugbetaling van geldleningen aan enkele Aeon-vennootschappen.
4.Het geschil
in conventie
een of meer deskundige(n) te benoemen;
c. althans, als een latere peildatum wordt gehanteerd: alle benadelingen van Nortra als aandeelhouder door gedragingen van (gedaagde) na 5 juli 2019 te identificeren en buiten beschouwing te laten bij de waardering, dan wel de daaruit voortvloeiende vorderingen tot schadevergoeding mee te waarderen en in de billijke schadevergoeding op te nemen;
5.De beoordeling
ING zou met een – door (bestuurder Nortra) te regelen – lening van € 14.000.000 als belangrijkste investeerder van het project Breeze optreden. (gedaagde) zou (met (investeerder 2), (investeerder 3) en (investeerder 1)) door middel van – bij ING achtergestelde – leningen voor het restant van de benodigde financiering zorgen (een bedrag van in totaal € 10.500.000), in ruil waarvoor hij 90% van de aandelen in Simetra verkreeg. Daarbij was een budget van € 24.500.000 en een afronding van de bouw in de tweede helft van 2017 afgesproken. (bestuurder Nortra) kreeg 10% van de aandelen in Simetra in ruil voor:
- het verkrijgen van de lening bij ING;
- het begeleiden van de bouw van het Hotel binnen het budget en het overeengekomen tijdsbestek;
- de mogelijkheid voor Aeon Management om na de opening van het Hotel het hotelmanagement te verzorgen op basis van condities die voor Simetra gunstiger waren dan de op dat moment geldende marktstandaarden.
.
a) het verstrekken van kapitaal door investeringsleningen en het vervolgens nalaten deze om te zetten in agiokapitaal. Het nalaten om 10% van die investeringsleningen over te dragen aan Nortra waardoor Nortra op papier niet het 10% belang bezit waar zij recht op heeft.
b) het – na het ontslag van Aeon Management – ondeskundig besturen/managen van het Hotel. Het maken van hogere kosten, waardoor de resultaten van het Hotel significant achteruit zijn gegaan en deze minder waard zijn dan zij onder leiding van Aeon Management hadden kunnen zijn.
c) de onrechtmatige verwateringen van het aandelenkapitaal vanaf 2020.
at arm’s length) te worden gesloten, waarbij de aan Aeon Management te betalen vergoeding transparant en toetsbaar marktconform diende te zijn. Daarvan was, zoals de Ondernemingskamer al heeft geoordeeld, geen sprake. Dat na het ontslag sprake is geweest van ondeskundig bestuur is door Nortra c.s. verder niet concreet onderbouwd. Ook op dat punt onderschrijft de rechtbank het oordeel van de Ondernemingskamer. Al zou na het ontslag van Aeon Management sprake zijn geweest van teruggelopen resultaten en hogere kosten, is het niet zonder meer een gegeven dat deze zijn terug te voeren op ondeskundig management.
de Fusieovereenkomst (4.4 onder II)
6.De beslissing
1 maart 2023voor het nemen van een akte door beide partijen over hetgeen is vermeld onder 5.29,