Uitspraak
beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.293.241/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 5 februari 2024
inzake
de naamloze vennootschap naar het recht van Curaçao
NORTRA HOLDING N.V.,
gevestigd te Willemstad, Curaçao,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. R. van den Bergen
mr. C.B. Schutte, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. R. van den Bergen
mr. C.B. Schutte, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SIMETRA INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BREEZE AMSTERDAM HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BREEZE VASTGOED AMSTERDAM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOTEL BREEZE AMSTERDAM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERS,
tevens verzoekers in het voorwaardelijk tegenverzoek,
tevens verzoekers in het voorwaardelijk tegenverzoek,
advocaat:
mr. S.W. Holterman, kantoorhoudende te Utrecht,
mr. S.W. Holterman, kantoorhoudende te Utrecht,
e n t e g e n
[A],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
tevens verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek,
tevens verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek,
advocaat:
mr. S.W. Holterman, kantoorhoudende te Utrecht.
mr. S.W. Holterman, kantoorhoudende te Utrecht.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoekster sub 1 als Nortra;
- verweerster sub 1 als Simetra;
- verweersters en belanghebbende samen als Simetra c.s.
1.Het verloop van het geding
1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 25 en 26 oktober 2021 en 10 december 2021 in deze zaak.
1.2
Bij de beschikkingen van 25 en 26 oktober 2021 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Simetra over de periode vanaf 1 maart 2020 tot 1 november 2020, mr. G.C. Endedijk te Amsterdam (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en de vaststelling van het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten aangehouden.
1.3
Bij de beschikking van 10 december 2021 heeft de Ondernemingskamer, op basis van een door de onderzoeker opgesteld plan van aanpak met begroting, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 43.750 exclusief btw.
1.4
Nortra heeft bij verzoekschrift van 27 december 2023 de Ondernemingskamer verzocht, samengevat, het lopende onderzoek uit te breiden met een waarderingsonderzoek, naast of in plaats van de onderzoeker een of meer onderzoekers te benoemen, waaronder ten minste ook een waarderingsdeskundige, en bepaalde onmiddellijke voorzieningen te treffen. De mondelinge behandeling door de Ondernemingskamer van dit verzoek, dat is geadministreerd onder nummer 200.293.241/02 OK, is bepaald op 15 februari 2024.
1.5
De onderzoeker heeft bij brief van 24 januari 2024 de Ondernemingskamer verzocht het onderzoeksbudget te verhogen met € 18.183 exclusief btw vanwege kosten die hij in verband met het onderzoek heeft gemaakt. Deze kosten bestaan uit € 15.675 exclusief btw voor een door de onderzoeker ingeschakelde waarderingsdeskundige van Wingman Business Valuation (hierna: Wingman), wiens input hij wenselijk heeft geacht ten aanzien van de uitgifteprijs van aandelen in 2020 en € 2.508 exclusief btw aan kosten voor tolken. Beide kostenposten vallen buiten de begroting in het door de onderzoeker opgestelde plan van aanpak van het onderzoek, die ten grondslag heeft gelegen aan het in 1.3 genoemde door de Ondernemingskamer vastgestelde onderzoeksbudget. Verder heeft de onderzoeker gemeld dat hij zijn onderzoeksverslag inmiddels heeft afgerond en aan partijen heeft voorgelegd voor uiterlijk op 8 februari 2023 aan te leveren commentaar. Hij heeft de verwachting uitgesproken dat de kosten van het onderzoek – buiten de twee hierboven genoemde kostenposten – mede dankzij de inzet van een kantoorgenoot tegen een lager uurtarief, binnen het onderzoeksbudget van € 43.750 exclusief btw zullen kunnen blijven.
1.6
Na partijen in de gelegenheid te hebben gesteld zich uit te laten over het budgetverhogingsverzoek van de onderzoeker, heeft de Ondernemingskamer op 1 februari 2024 ontvangen:
- een e-mail van mr. Schutte namens Nortra waarin staat dat Nortra geen bezwaar heeft tegen de tolkenkosten, maar wel tegen de kosten van de deskundige van Wingman. De analyse van Wingman is volgens Nortra voor het grootste deel van geen waarde gebleken, omdat deze op een ondeugdelijke grondslag moest worden uitgevoerd op basis van de door de onderzoeker gegeven opdracht. Dit laatste en de weigering van de onderzoeker de opdracht aan Wingman alsnog aan te passen, hebben de aanleiding gevormd voor het indienen door Nortra van haar in 1.4 genoemde verzoek. Hierdoor zouden de kosten van de Wingman-deskundige tijdens de mondelinge behandeling van dat verzoek op 15 februari 2024 onderwerp van debat moeten zijn.
- een e-mail van mr. Holterman namens Simetra waarin staat dat Simetra geen bezwaar heeft tegen het budgetverhogingsverzoek. Simetra ziet geen aanleiding dit verzoek op 15 februari 2024 nog eens ter zitting te behandelen.
2.De gronden van de beslissing
2.1
De onderzoeker heeft voldoende toegelicht welke kostenposten ten grondslag liggen aan het verzoek het budget te verhogen met € 18.183 exclusief btw. De bezwaren van Nortra betreffen alleen de kosten van de ingeschakelde waarderingsdeskundige.
2.2
Uitgangspunt is dat de onderzoeker vrij is in de inrichting van het onderzoek en het verslag. Het stond de onderzoeker dan ook vrij om in dat kader een (waarderings)deskundige opdracht te geven indien hij dit nodig achtte voor het uitvoeren van het aan hem opgedragen onderzoek. De omstandigheid dat Nortra meent dat deze opdracht heeft geleid tot een analyse van Wingman die volgens haar onbruikbaar of niet van waarde is kan te zijner tijd onderwerp zijn van debat in een eventueel tweedefaseverzoek en kan aan de orde komen ter gelegenheid van de op 15 februari 2024 geplande mondelinge behandeling. Dat laat onverlet dat onbestreden is dat deze kosten door de onderzoeker zijn gemaakt in het kader van het door hem verrichte onderzoek, dat niet is gesteld of gebleken dat die kosten op zichzelf onredelijk hoog zouden zijn, terwijl de kosten van het onderzoek in beginsel door Simetra moeten worden gedragen en namens de vennootschap daartegen geen bezwaren zijn aangedragen. Het verzoek komt de Ondernemingskamer ook overigens niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal het verzoek daarom als na te noemen toewijzen.
3.De beslissing
De Ondernemingskamer:
verhoogt het bedrag dat het bij de beschikking van 25 oktober 2021 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Simetra Investments B.V. ten hoogste mag kosten tot € 61.933 exclusief btw;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Simetra Investments B.V. en dat zij ten behoeve van de onderzoeker op zijn verzoek en op de door hem te bepalen wijze (aanvullende) zekerheid dient te stellen voor de betaling van dit bedrag;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. W.A.H. Melissen, raadsheren, en drs. V.G. Moolenaar en prof. dr. A.J.C.C.M. Loonen, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2024.