ECLI:NL:GHAMS:2022:991

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 maart 2022
Publicatiedatum
4 april 2022
Zaaknummer
200.300.254/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar beleid en gang van zaken binnen de Wamberg Groep met betrekking tot aandelenemissie en financiële transparantie

In deze zaak heeft Loman Vastgoed B.V. een verzoek ingediend bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam om een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen Wamberg Vastgoed B.V., Wamberg Holding B.V. en Wamberg Finance B.V. Dit verzoek is ingediend naar aanleiding van gegronde redenen voor twijfel aan een juist beleid, met name door een onrechtmatige aandelenemissie die heeft geleid tot een aanzienlijke verwatering van het belang van Loman Vastgoed. De Ondernemingskamer heeft op 22 maart 2022 de beschikking gegeven waarin het verzoek van Loman Vastgoed werd gehonoreerd. De Ondernemingskamer oordeelde dat er voldoende redenen waren om te twijfelen aan de juistheid van het beleid en de gang van zaken binnen de Wamberg Groep, en dat onmiddellijke voorzieningen noodzakelijk waren. De Ondernemingskamer heeft een onderzoek gelast over de periode vanaf 1 januari 2016 en heeft de huidige bestuurder van Wamberg Holding en Wamberg Vastgoed geschorst. Tevens is er een nieuwe bestuurder benoemd die zelfstandig bevoegd is om deze vennootschappen te vertegenwoordigen. De kosten van het onderzoek komen voor rekening van Wamberg c.s. De Ondernemingskamer heeft ook de kosten van de procedure aan Wamberg c.s. opgelegd, omdat zij als de overwegend in het ongelijk gestelde partij werden beschouwd.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.300.254/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 22 maart 2022
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LOMAN VASTGOED B.V.,
gevestigd te Den Dungen,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. J. Stikkelbroeck, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WAMBERG VASTGOED B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WAMBERG HOLDING B.V.,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WAMBERG FINANCE B.V.,
alle gevestigd te Drunen,
VERWEERSTERS,
advocaat:
mr. J.J.H. Siebelt,kantoorhoudende te Best,
e n t e g e n

1.[A] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. K.H.A. Troeijen,kantoorhoudende te Heesch.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als Loman Vastgoed;
  • verweersters ieder afzonderlijk als Wamberg Vastgoed, Wamberg Holding en Wamberg Finance en gezamenlijk als Wamberg c.s.;
  • belanghebbende als [A] ;
  • VL Investments B.V. als VL Investments;
  • Bela Investments B.V. als Bela Investments;
  • B&S Horeca B.V. als B&S Horeca;
  • [B] als [B] ;
  • [C] als [C] ;
  • [D] als [D] ;
  • [E] als [E]

1.Het verloop van het geding

1.1
Loman Vastgoed heeft bij verzoekschrift van 24 september 2021 de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Wamberg Vastgoed, Wamberg Holding en Wamberg Finance;
als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure
a. [C] te schorsen als (indirect) bestuurder van Wamberg c.s. en/of een derde persoon te benoemen tot zelfstandig bevoegd bestuurder met doorslaggevende stem van Wamberg c.s.;
b. een (prioriteits)aandeel met doorslaggevende stem in Wamberg Vastgoed en Wamberg Holding uit te (laten) geven aan de door de Ondernemingskamer te benoemen bestuurder;
c. de bij de aandelenemissie van 2016 door Wamberg Vastgoed aan VL Investments uitgegeven aandelen ten titel van beheer van over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder van aandelen;
d. de in 2020 door Loman Vastgoed aan VL Investments en Bela Investments geleverde prioriteitsaandelen terug te (laten) leveren aan Loman Vastgoed althans deze prioriteitsaandelen ten titel van beheer van over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder van aandelen;
e. te bepalen dat Wamberg c.s. (geconsolideerde) jaarrekeningen over het boekjaar 2020 laten opstellen door een door de Ondernemingskamer te benoemen onafhankelijk (register)accountant;
f. te bepalen dat Wamberg c.s. aan de door de Ondernemingskamer te benoemen bestuurder, onderzoeker en/of registeraccountant een afschrift zullen verstrekken van nader in het verzoekschrift opgesomde stukken, en daarbij te bepalen dat Wamberg c.s. aan Loman Vastgoed een dwangsom zullen betalen van € 5.000 per dag, met een maximum van € 500.000 zolang zij daartoe in gebreke blijven;
3. Wamberg c.s. hoofdelijk te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.2
Wamberg c.s. hebben bij verweerschrift van 3 november 2021 de Ondernemingskamer verzocht Loman Vastgoed niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek, dan wel dit verzoek af te wijzen en Loman Vastgoed te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.3
Loman Vastgoed heeft bij schrijven van 18 november 2021 haar verzoek aangevuld, in die zin dat zij tevens verzoekt om als onmiddellijke voorziening voor de duur van de procedure:
g. de dechargebesluiten van de aandeelhoudersvergaderingen van Wamberg c.s. vanaf 2016 tot en met heden te vernietigen dan wel te schorsen;
h. de door de Ondernemingskamer te benoemen bestuurder de opdracht te geven om als vereffenaar de activa van ‘de Wamberg Groep’ te liquideren en te verdelen, door onder meer:
i. het verkopen van al het door de vennootschappen gehouden vastgoed;
ii. het opeisen en incasseren van de vorderingen op (geldleningen aan) derden;
iii. het alsnog uitbetalen van vanuit diverse groepsmaatschappijen uitgekeerde dividenden die bij Wamberg Finance zijn of werden geadministreerd;
iv. het verdelen van de opbrengsten onder de aandeelhouders van Wamberg Vastgoed en Wamberg Holding, primair conform de aandeelhoudersverhoudingen die golden voor de aandelenemissie in 2016, subsidiair conform de aandeelhoudersverhoudingen die golden voor de verkoop van de prioriteitsaandelen in 2020, meer subsidiair conform de huidige aandeelhoudersverhoudingen.
1.4
Het verzoek is behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 25 november 2021. De advocaten hebben toen de standpunten van de partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen en wat mr. Stikkelbroeck en mr. Siebelt betreft onder overlegging van van tevoren toegestuurde nadere producties. Voor Loman Vastgoed was ook mr. S. Knottnerus aanwezig, kantoorgenoot van mr. Stikkelbroeck. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt. Mr. Stikkelbroeck heeft, daarnaar gevraagd, het jaar 2016 als begin van de te onderzoeken periode genoemd.
1.5
De Ondernemingskamer heeft het bezwaar van mr. Siebelt tegen de door mr. Stikkelbroeck op 22 november 2021 overgelegde producties 80 tot en met 83 gehonoreerd nu de termijn voor het indienen van nadere producties is overschreden, niet is gebleken dat deze producties niet eerder hadden kunnen worden ingediend en mr. Siebelt deze stukken onvoldoende heeft kunnen bestuderen en bespreken om daarop inhoudelijk te reageren. De te late indiening van deze stukken is daarom in strijd met de goede procesorde zodat voornoemde producties buiten het procesdossier worden gehouden.
1.6
Op verzoek van partijen is de procedure aangehouden ten behoeve van minnelijk overleg. Bij e-mail van 14 december 2021 heeft mr. Knottnerus namens Loman Vastgoed alsnog om een beschikking verzocht.
2.
Inleiding en feiten
2.1
Deze zaak gaat over een aantal ondernemingen, gezamenlijk aangeduid als de Wamberg Groep, waarin horecavastgoed wordt beheerd en verhuurd. Loman Vastgoed is – voor zover hier van belang – aandeelhouder van de vennootschappen Wamberg Holding en Wamberg Vastgoed, die elk een aantal dochtervennootschappen hebben. [C] is indirect enig bestuurder van alle entiteiten en houdt indirect de meerderheid van de aandelen. Daarnaast heeft hij belangen in andere vennootschappen die gedeeltelijk worden gefinancierd door Wamberg c.s. De verhouding tussen [C] en [D] , indirect aandeelhouder en bestuurder van Loman Vastgoed, is vanaf 2004 bekoeld geraakt en sinds 2015 ernstig verstoord. [D] stelt dat [C] misbruik maakt van zijn positie ten behoeve van persoonlijk gewin, onder meer via een onrechtmatige aandelenemissie. Wamberg c.s. betwisten de stellingen van [D] . Zij voeren aan dat de vennootschappelijke structuur bij de oprichting zo is ingericht dat [C] als indirect bestuurder en via de prioriteitsaandelen ‘
de touwtjes in handen heeft’, wat overeenkomt met zijn financiële inbreng in Wamberg c.s.; dit was [D] bekend voordat hij ging deelnemen en als Loman Vastgoed ook had deelgenomen in de uitgifte van nieuwe aandelen zou haar belang in Wamberg Vastgoed niet zijn verwaterd.
2.2
Wamberg Vastgoed is op 17 januari 1996 opgericht. De gewone aandelen in Wamberg Vastgoed worden momenteel als volgt gehouden:
- VL Investments 95,55%
- Bela Investments 1,90%
- Loman Vastgoed 2,55%
Daarnaast heeft Wamberg Vastgoed in totaal 2.678 prioriteitsaandelen uitgegeven, waarvan 50,86% wordt gehouden door VL Investments en 49,14% wordt gehouden door Bela Investments. [B] is enig bestuurder van Wamberg Vastgoed.
2.3
Wamberg Holding is op 26 november 1997 opgericht. Bela Investments houdt in totaal 50,03% en Loman Vastgoed 49,97% van de aandelen in Wamberg Holding, die zijn onderverdeeld in 1950 gewone - en 49 prioriteitsaandelen, welke laatste alle worden gehouden door Bela Investments. [B] is enig bestuurder van Wamberg Holding.
2.4
Wamberg Finance is op 10 juni 1997 opgericht. Wamberg Holding houdt alle aandelen in Wamberg Finance en is haar enig bestuurder.
2.5
Loman Vastgoed is op 25 juli 1995 opgericht. [D] (via [E] ) en [A] houden elk 50% van de aandelen in Loman Vastgoed. [E] fungeert thans als bestuurder van Loman Vastgoed.
2.6
VL Investments is op 11 april 1995 opgericht. [B] is haar enig aandeelhouder en bestuurder. [C] is enig bestuurder van [B] .
2.7
Wijlen [F] hield tot zijn overlijden op 28 maart 2016 indirect alle aandelen in B&S, die op haar beurt aandelen hield in onder andere Bela Investments en Wamberg Vastgoed. Inmiddels worden de aandelen in Bela Investments (indirect) gehouden door [B] en is [B] haar enig bestuurder.
2.8
Onder de handelsnaam VL Account & Consultancy (hierna: VLAC) voert [B] de administratie van onder meer Wamberg c.s.
2.9
Via Wamberg c.s. en de dochtervennootschappen wordt horecavastgoed gehouden en verhuurd ten behoeve van de exploitatie van cafés, restaurants en snackbars. Voor elke horecavestiging is een aparte vennootschap opgericht zodat Wamberg c.s. diverse deelnemingen hebben.
2.1
Naast Wamberg c.s. zijn ook andere entiteiten opgericht die ‘Wamberg’ in hun naam dragen, waaronder Wamberg Recreatie B.V. en Wamberg Beautysauna B.V. (hierna Wamberg Recreatie resp. Wamberg Beautysauna). [C] is via Bela Investments (in)direct grootaandeelhouder en enig bestuurder van die vennootschappen. Loman Vastgoed heeft daarin geen aandeel.
2.11
Wamberg Finance fungeert als een financieringsmaatschappij voor onder meer Wamberg Holding, Wamberg Vastgoed, Wamberg Recreatie en Wamberg Beautysauna. Uit de jaarrekening 2003 van Wamberg Finance volgt dat vennootschappen binnen de Wamberg Groep destijds hun overschot aan liquiditeiten uitleenden aan Wamberg Finance en dat Wamberg Finance deze gelden vervolgens uitleende voor de financiering van andere vennootschappen binnen de Wamberg Groep. De statuten van Wamberg c.s. bevatten elk de bepaling dat het bestuur met goedkeuring van ‘de prioriteit’ bepaalt welk gedeelte van de winst wordt gereserveerd alvorens het ter beschikking van de algemene vergadering staat. Dividenden werden niet uitgekeerd aan de aandeelhouders maar ter beschikking gesteld aan Wamberg Finance en daar per aandeelhouder geadministreerd als dividendegalisatiereserve, waarvan tot 2015 aan alle aandeelhouders een overzicht werd verstrekt.
2.12
Sinds een ruzie tussen [D] , [C] en Van Benschop in 2015 heeft [C] een medewerkster van hem gemachtigd hem te vertegenwoordigen in de contacten met [D] , zoals in e-mailcorrespondentie en tijdens de algemene vergaderingen van Wamberg c.s. omdat [C] met [D] geen rechtstreeks contact meer wilde hebben.
2.13
Bij brief van 24 november 2015 aan [B] heeft Rabobank onder meer geschreven dat “
uw onderneming” onder bijzonder beheer is gesteld, dat Rabobank inzage in onder andere de (geconsolideerde) jaarcijfers van Wamberg Vastgoed, Wamberg Holding en Wamberg Recreatie dient te krijgen en dat een aan [C] in privé verstrekte lening van € 300.000 uiterlijk 31 augustus 2016 moet zijn terugbetaald. Overigens vermeldt de brief dat de afspraken over aflossingen en rentebetalingen nog wel worden nagekomen.
2.14
Op enig moment is het voornemen uitgesproken om over te gaan tot een emissie van gewone aandelen bij Wamberg Vastgoed en Wamberg Holding en dat dit tijdens de algemene vergaderingen van Wamberg c.s. in het najaar 2016 zou worden voorgelegd. In de aanloop daarnaartoe heeft [D] namens Loman Vastgoed diverse agendavoorstellen gedaan en bezwaar gemaakt tegen de voorgestelde emissies. Deze voorstellen zijn door [C] afgewezen, onder meer bij e-mail van 15 juli 2016, onder verwijzing naar de statutaire bepaling dat agendavoorstellen voorafgaand aan de oproeping met een toelichting bij het bestuur moeten zijn ingediend. Bij e-mail van 23 juli 2016 heeft [D] namens Loman Vastgoed op voorhand de nietigheid van de besluitvorming op deze vergaderingen ingeroepen. Bij e-mail van diezelfde dag heeft [C] het inroepen van de nietigheid prematuur genoemd en het verzoek van Loman Vastgoed om van de vergadering een notarieel proces-verbaal te laten opstellen afgewezen, ondanks het feit dat de statuten bepalen dat dit gebeurt wanneer een houder van prioriteitsaandelen daarom verzoekt. Loman Vastgoed hield toen nog 46 prioriteitsaandelen. Ook schrijft [C] daarin:
“Gezien het feit dat VL Investments minimaal 98% van de uitgegeven prioriteitsaandelen in handen heeft neemt zij, feitelijk, dus de besluiten die aan de prioriteit zijn toegewezen (…). Zoals al eerder aangegeven is het beleid voorbehouden aan de directie, niets meer dan dat, welk beleid wordt gecontroleerd en ingegeven door de prioriteit, voor zover er daarvoor een besluit is genomen, en niet door de individuele aandeelhouder.”
2.15
Op 19 september 2016 heeft [C] een overzicht van de belangen van Loman Vastgoed in de Wamberg Groep per eind 2015 opgemaakt. De fiscale waarde van haar 23,56% belang in Wamberg Vastgoed (uitgaande van de WOZ-waarden) becijfert hij daarin op € 257.682.
2.16
Op 20 september 2016 zijn de oproepingsbrief en agenda verstuurd voor een op 13 oktober 2016 te houden algemene vergadering van onder meer Wamberg Vastgoed en Wamberg Holding. Op de agenda stond onder meer het voorstel tot emissie van gewone aandelen in Wamberg Vastgoed en Wamberg Holding. In de bij de agenda opgenomen de toelichting bij dat agendapunt schrijft het bestuur dat de vermogenssituatie van Wamberg Vastgoed en/of Wamberg Holding ten gevolge van door Loman Vastgoed aangekondigde schadeclaims moet worden verbeterd ten behoeve van “
het financiële buitenbeeld naar de bancaire relaties toe” en dat de onderlinge vermogensverhoudingen tussen de aandeelhouders onevenwichtig is en moet worden hersteld. Het bestuur wijst in dat kader op het door VL Investments ingebrachte aandelenkapitaal en de door haar aan de vennootschappen verstrekte leningen. Het voorstel houdt in dat de nominale waarde wordt verlaagd van fl. 100 naar € 1 per (prioriteits)aandeel, dat vervolgens een emissie dient plaats te vinden ten bedrage van € 360.000 voor wat betreft Wamberg Vastgoed en van € 240.000 voor wat betreft Wamberg Holding en dat de uitgiftekoers conform art. 5 lid 1 sub b van de statuten door de vergadering van prioriteitsaandeelhouders is vastgesteld op 100%. In de toelichting staat voorts dat VL Investments onder gebruikmaking van haar voorkeursrecht minimaal tot de hoogte van haar bestaande aandelenbelang zal deelnemen, en zo nodig ook het resterende deel voor haar rekening zal nemen en verder dat Bela Investments en B&S Horeca in beginsel niet zullen deelnemen aan de emissie.
In de toelichting op de agenda is het bestuur onder het kopje “
Rondvraag” ingegaan op een aantal door [D] aangedragen agendapunten, met de opmerking dat die onderwerpen nadrukkelijk geen onderdeel zijn van de besluitvorming ter vergadering. Met betrekking tot vragen over het binnen Wamberg Finance gevoerde beleid, waaronder ter zake van door Wamberg Finance verstrekte leningen aan vennootschappen die geen deelneming van Wamberg c.s. zijn, schrijft het bestuur dat dit geen vergaderonderwerp kan zijn omdat besluitvorming daaromtrent is voorbehouden aan het bestuur van Wamberg Finance, Loman Vastgoed geen direct belang in Wamberg Finance houdt en eventueel ingrijpen voorbehouden is aan ‘de prioriteit’, waarin de stem van VL Investments bepalend is. Loman Vastgoed heeft geen corrigerende bevoegdheid zodat ‘
het gevoerde beleid, statutair gezien, niet ter discussie staat of kan staan’, aldus het bestuur. Een verzoek van Loman Vastgoed om inzage in de balans van Wamberg Finance en om een geconsolideerde jaarrekening op te laten stellen van de gecontroleerde belangen, wijst het bestuur af. Loman Vastgoed heeft behoudens de publicatiebalans geen inzagerecht in de balansen van vennootschappen waarin zij geen rechtstreeks aandelenbelang houdt; ondanks de vele verzoeken van Loman Vastgoed op dit punt, zal het bestuur daaraan niet meewerken, aldus het bestuur. Tot slot herhaalt het bestuur dat zij in beginsel niet meer reageert op de e-mails van Loman Vastgoed en dat telkens digitaal vergaderd zal worden indien ‘de prioriteit’ daarvan voorstander is.
2.17
In een e-mail van 22 september 2016 heeft [C] aan [A] onder meer geschreven dat Loman Vastgoed geen stem in de aandeelhoudersvergaderingen van Wamberg c.s. kan uitbrengen indien binnen het bestuur van Loman Vastgoed de stemmen staken of een bestuurder zich onthoudt van stemmen. Bij e-mail van 24 september 2016 aan [D] en [C] heeft [A] geschreven dat hij geen volmacht aan [D] zal afgeven om op de vergadering van 13 oktober 2016 namens Loman Vastgoed te stemmen en dat hij nadrukkelijk geen stem wenst uit te brengen.
2.18
Tijdens de gecombineerde vergadering van houders van gewone en prioriteitsaandelen van Wamberg Vastgoed op 13 oktober 2016 heeft de algemene vergadering – blijkens de notulen – met de voorgestelde emissie ingestemd. [C] was op dat moment op grond van het testament van [F] enig bestuurder van B&S Horeca. VL Investments, Bela Investments en B&S Horeca hebben zich ter vergadering laten vertegenwoordigen door een medewerkster van [C] ; Loman Vastgoed was niet op de vergadering vertegenwoordigd. Met betrekking tot de emissie heeft VL Investments laten weten dat zij gebruik wenste te maken van haar voorkeursrecht en dat Bela Investments en B&S Horeca dat niet zullen doen. Ten aanzien van Loman Vastgoed vermelden de notulen:
“Bij afwezigheid van[Loman Vastgoed]
constateert de voorzitter dat[Loman Vastgoed]
van haar voorkeursrecht géén gebruik zal maken.”Met betrekking tot Wamberg Holding kon ter vergadering niet op het emissievoorstel besloten worden doordat als gevolg van de afwezigheid van Loman Vastgoed het statutair vereiste quorum niet gehaald werd. Met betrekking tot het onderwerp dividend is besloten dat de winst over 2015 wordt toegevoegd aan de algemene reserve, dat de in Wamberg Finance ondergebrachte dividendreserves aan de vennootschap toekomen nu de statutaire verjaringstermijn van vijf jaar is verstreken en dat is besloten om
‘het gevoerde dividendbeleid tot en met het jaar 2016 formeel te bestendigen en te herbekrachtigen’. Tijdens de rondvraag zijn de door Loman Vastgoed ingebrachte vragen niet behandeld, onder verwijzing naar haar afwezigheid, de toelichting in de agenda en het behandelde tijdens de vergadering.
2.19
Bij e-mail van 25 oktober 2016 heeft [A] aan [C] geschreven dat Loman Vastgoed geen gebruik wenste te maken van haar voorkeursrecht om aan de emissie deel te nemen. Diezelfde dag is een notariële akte houdende emissie gepasseerd waarbij Wamberg Vastgoed 168.912 gewone aandelen tegen nominale waarde van € 1 heeft uitgegeven, die VL Investments vervolgens heeft verkregen. De akte vermeldt dat ‘de prioriteit’ heeft bepaald dat ¾ van het nominale bedrag pas moet worden volgestort nadat het bestuur, na goedkeuring van ‘de prioriteit’, daartoe een verzoek doet en dat het resterende bedrag van € 42.228 is voldaan middels verrekening in rekening-courant van VL Investments.
2.2
De emissie heeft tot de volgende wijzigingen in de aandelenverhouding geleid:
Voor emissie
Na emissie
VL Investments
47,34%
94,32%
Bela Investments
23,77%
2,56%
B&S Horeca
5,33%
0,58%
Loman Vastgoed
23,56%
2,54%
2.21
Op 10 november 2016 heeft een algemene vergadering van Wamberg Holding plaatsgevonden waarin het voorstel tot emissie van gewone aandelen nogmaals aan de orde is geweest. Dit heeft niet tot besluitvorming op dat punt geleid.
2.22
Bij brief van 20 november 2016 heeft [D] namens Loman Vastgoed het bestuur van Wamberg c.s. onder meer het volgende laten weten: “
Hierbij verklaar ik (…) de afgelopen AVA van 13 oktober 2016 nietig (…)”.
2.23
In verband met een door Rabobank geëiste onmiddellijke terugbetaling van aan Loman Vastgoed verstrekte gelden, heeft [D] op 22 februari 2020 aan [A] geschreven dat Loman Vastgoed noodgedwongen haar activa zal moeten verkopen en dat hij het aandelenpakket van Loman Vastgoed aan de Wamberg Groep zal aanbieden. Daarover heeft hij ook contact gehad met [C] . Op 13 maart 2020 heeft [D] namens Loman Vastgoed aan [C] een e-mail gestuurd met de mededeling dat de aanbieding de aandelen te kopen is ingetrokken.
2.24
Bij koopovereenkomst van 15 maart 2020 heeft Loman Vastgoed, daarbij vertegenwoordigd door [A] , haar 46 prioriteitsaandelen in Wamberg Vastgoed verkocht aan VL Investments en haar prioriteitsaandeel in Wamberg Holding verkocht aan Bela Investments, telkens tegen nominale waarde.
2.25
Bij e-mails van 5, 8, 13 en 17 april 2020 heeft [D] aan [C] geschreven dat de door [A] namens Loman Vastgoed ondertekende koopovereenkomst van 15 maart 2020 nietig is. [A] was, zo schrijft [D] , niet vertegenwoordigingsbevoegd omdat [A] vanwege gezondheidsproblemen sinds 29 juli 2019 belet en handelingsonbekwaam is.
2.26
Tijdens een op 18 april 2020 door [D] uitgeroepen aandeelhoudersvergadering van Loman Vastgoed, gehouden op 4 mei 2020, is [A] met onmiddellijke ingang tot nader order geschorst als bestuurder van Loman Vastgoed “
gezien de opstelling van [A] afgelopen jaren in het nadeel van Loman Vastgoed”. [A] was tijdens de vergadering niet aanwezig.
2.27
Bij e-mail van 20 april 2020 heeft [D] diverse vragen gesteld over door Wamberg Finance aan Wamberg Recreatie en Wamberg Beautysauna verstrekte leningen, waaronder met betrekking tot eventueel daarvoor gestelde zekerheden en het in rekening gebrachte rentepercentage.
2.28
In april 2020 heeft [C] Loman Vastgoed geïnformeerd dat de algemene vergadering van Wamberg Vastgoed en Wamberg Holding in het najaar per e-mail zou worden gehouden. Bij aangetekende brief van 27 april 2020 heeft [D] het bestuur van Wamberg Holding geschreven dat Loman Vastgoed niet instemt met een digitale vergadering en geen prioriteitsaandelen zal verkopen aan Bela Investments. Voorts heeft hij aangekondigd de directie te zullen verzoeken een algemene vergadering te beleggen waarin aan de orde dienen te komen het verschuiven van grote geldbedragen naar een deelneming van Bela Investments, een voorstel tot schorsing van [B] als bestuurder dan wel het benoemen van een tweede bestuurder namens Loman Vastgoed, het verkrijgen van inzage in de balans van Wamberg Finance en een voorstel de jaarrekening van Wamberg Finance te laten controleren door een externe accountant. Tegen die achtergrond heeft hij [C] verzocht ter vergadering persoonlijk aanwezig te zijn. Bij e-mail van 7 september 2020 heeft [D] zijn bezwaar tegen een digitale vergadering en tegen de overdracht van de prioriteitsaandelen herhaald.
2.29
Op 3 oktober 2020 heeft [D] per e-mail aan [C] geschreven dat de aandeelhoudersvergadering van Loman Vastgoed op 4 mei 2020 [A] als bestuurder tijdelijk heeft geschorst.
2.3
Op 14 oktober 2020 heeft een gecombineerde algemene vergadering van gewone en prioriteitsaandeelhouders van Wamberg Vastgoed en Wamberg Holding digitaal via e-mail plaatsgevonden. Tijdens de vergadering is ieder ter stemming voorliggend voorstel per e-mail verzonden aan de aandeelhouders, die vervolgens per ommegaande (
‘binnen enkele minuten’) hun stem dienden uit te brengen, waarbij gold dat
‘niet tijdige ontvangst zou worden aangemerkt als een stemonthouding’. Op de inbreng van [D] dat Loman Vastgoed de balans van Wamberg Holding afkeurt en op zijn vraag over een lening van Wamberg Finance aan Wamberg Beautysauna is niet inhoudelijk gereageerd. In reactie op een door [D] tijdens de rondvraag ingestuurde vraag is het bericht gestuurd dat de vergadering al gesloten was. In de notulen staat dat geconstateerd is dat Loman Vastgoed zich van stemmen moet onthouden omdat zij geen ondeelbare stem kan uitbrengen, dat zij om die reden niet aan de vergadering had kunnen deelnemen en evenmin een vraag in de rondvraag had kunnen inbrengen. De notulen vermelden dat [D] niet ter vergadering aanwezig was.
2.31
Op 30 oktober 2020 heeft [A] namens Loman Vastgoed ten behoeve van de levering van de prioriteitsaandelen een volmacht aan de notaris gestuurd. Vervolgens heeft de notaris op 2 november 2020 een akte gepasseerd waarmee de door Loman Vastgoed in Wamberg Vastgoed respectievelijk Wamberg Holding gehouden prioriteitsaandelen werden geleverd aan VL Investments respectievelijk Bela Investments.
2.32
Op 5 januari 2021 heeft de Kamer van Koophandel van [D] namens Loman Vastgoed een opgave tot inschrijving van de schorsing van [A] ontvangen. Op 24 maart 2021 heeft de Kamer van Koophandel het tegen de inschrijving ingediende bezwaar van [A] afgewezen. [A] heeft daartegen beroep ingesteld.
2.33
In reactie op vragen van de advocaat van Loman Vastgoed naar financiële informatie over Wamberg c.s. en haar deelnemingen, heeft [C] bij brief van 3 augustus 2021 herhaald dat Loman Vastgoed geen recht heeft op informatie over vennootschappen waarin zij niet direct deelneemt, en voor zover zij wel deelneemt, het recht op dergelijke informatie toekomt aan ‘de prioriteit’ van die betreffende vennootschap. Nu Loman Vastgoed geen prioriteitsaandelen meer houdt, heeft zij zelfstandig noch via de algemene vergadering recht op informatie, aldus [C] .
2.34
Op 19 oktober 2021 heeft gecombineerde algemene vergadering van gewone - en prioriteitsaandeelhouders van Wamberg Vastgoed en Wamberg Holding digitaal via e-mail plaatsgevonden. Een voorstel van [D] tot benoeming van zichzelf namens Loman Vastgoed tot bestuurder van Wamberg Vastgoed is afgestemd.
2.35
Op 1 november 2021 heeft [C] aan de advocaat van Loman Vastgoed onder meer een afschrift toegestuurd van de enkelvoudige balansposities van Wamberg Finance over 2012 tot en met 2019.

3.De gronden van de beslissing

3.1
Loman Vastgoed heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Wamberg c.s. en dat de toestand van de vennootschap nodig maakt dat onmiddellijke voorzieningen worden getroffen. Volgens Loman Vastgoed misbruikt [C] de machtspositie die hij in Wamberg c.s. heeft ten behoeve van zichzelf en ten koste van Loman Vastgoed. Als toelichting heeft Loman Vastgoed – samengevat – het volgende naar voren gebracht:
i. Loman Vastgoed is als aandeelhouder van Wamberg Vastgoed met een factor tien verwaterd door een onrechtmatige aandelenemissie. De emissie was onnodig, onzakelijk, niet voorzien van een onafhankelijke waardering ter bepaling van de emissiekoers en diende niet het vennootschapsrechtelijk belang, maar puur het belang van [C] : door deelname aan de emissie namen blijkens haar gedeponeerde balans de (financiële) vaste activa van VL Investments per 31 december 2016 toe met € 881.000 ten opzichte van 1 januari 2016, terwijl door VL Investments slechts € 42.228 voor de aandelen werd betaald door verrekening met een gestelde rekening-courant, met als gevolg dat Wamberg Vastgoed door de emissie geen extra liquiditeiten ter beschikking kreeg;
ii. De door Loman Vastgoed gehouden prioriteitsaandelen in Wamberg Vastgoed en Wamberg Holding zijn onrechtmatig overgedragen aan VL Investments en Bela Investments, terwijl [C] wist dat [A] , die namens Loman Vastgoed de koopovereenkomst had gesloten, was geschorst;
iii. Relevante financiële informatie wordt Loman Vastgoed onthouden, zij krijgt slechts de enkelvoudige jaarrekeningen van Wamberg Vastgoed en Wamberg Holding. [C] weigert verschuivingen in vermogensposities van Wamberg Vastgoed en Wamberg Holding toe te lichten en weigert elke informatie over Wamberg Finance, aangezien Loman Vastgoed daarin niet rechtstreeks aandelen houdt;
iv. Er is sprake van financieel wanbeleid. Dividend wordt nooit uitgekeerd aan de aandeelhouders. Persoonlijke ondernemersactiviteiten van [C] worden tegen onzakelijke voorwaarden gefinancierd met geld van Wamberg Finance zonder dat Loman Vastgoed daarbij wordt betrokken. Ook informatie hierover wordt Loman Vastgoed onthouden. Daarbij komt dat [C] ook de boekhouding van de vennootschappen verzorgt en misbruik maakt van die positie;
v. De aandeelhoudersvergaderingen en besluitvorming verlopen op een onregelmatige wijze. Er vindt geen enkel inhoudelijk overleg plaats, [C] is zelf nooit aanwezig bij die vergaderingen en laat zich vertegenwoordigen door twee van zijn medewerkers en de laatste (per e-mail gehouden) digitale vergaderingen zijn enkele minuten na de opening alweer is gesloten waarbij de stem van Loman Vastgoed is genegeerd.
3.2
[A] heeft ter zitting het standpunt ingenomen dat hij zich niet kan vinden in deze namens Loman Vastgoed opgestarte procedure.
Ontvankelijkheid
3.3
Wamberg c.s. hebben erop gewezen dat Loman Vastgoed ten aanzien van Wamberg Vastgoed niet voldoet aan de kapitaalseis van artikel 2:346 lid 1 aanhef en onder b BW; zij zou daarom in zoverre niet ontvankelijk zijn in haar enquêteverzoek. Dit verweer faalt. Bij pleidooi heeft Loman Vastgoed er terecht op gewezen dat zij aanvankelijk ook ten aanzien van Wamberg Vastgoed ruim voldeed aan de kapitaalseis en dat de gang van zaken leidende tot de verwatering van haar aandelenbelang daarin juist een van haar bezwaren is en zij om die reden ontvankelijk is. Het feit dat de vervaltermijn van artikel 2:15, vijfde lid BW inmiddels ruimschoots is verstreken, doet daaraan niet af (HR 11 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2574, r.o. 5.4.2,
Cordial).
3.4
Met betrekking tot Wamberg Finance hebben Wamberg c.s. het verweer gevoerd dat Loman Vastgoed niet ontvankelijk is in haar verzoek, omdat zij daarin in het geheel geen aandelen houdt. Loman Vastgoed heeft in dat kader een beroep gedaan op de jurisprudentie over de concernenquête. Dat beroep slaagt. Wamberg Finance is een 100% dochtervennootschap van Wamberg Holding, waarin Loman Vastgoed op grond van de door haar gehouden aandelen enquêtebevoegd is. Wamberg Holding is ook bestuurder van Wamberg Vastgoed – en heeft dus het beleid of de gang van zaken van laatstgenoemde rechtspersoon ten aanzien van de onderwerpen die aan het enquêteverzoek ten grondslag zijn gelegd bepaald – en beide vennootschappen zijn met elkaar verbonden in een groep in de zin van artikel 2:24b BW (HR 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:478, r.o. 3.4,
SNS). Onjuist is voorts het verweer van Wamberg c.s. dat Loman Vastgoed ten aanzien van Wamberg Finance niet aan het vereiste van de bezwarenbrief heeft voldaan: in haar brief van 16 juli 2021 somt Loman Vastgoed haar bezwaren tegen de gang van zaken en het beleid van die vennootschap op.
3.5
Verder zou Loman Vastgoed volgens Wamberg c.s. niet ontvankelijk zijn in haar verzoek ten aanzien van Wamberg Holding, omdat de aangevoerde bezwaren zich niet bij haar hebben voorgedaan. Dit is een inhoudelijk verweer, dat geen ontvankelijkheidskwestie betreft, maar hierna, evenals de overige inhoudelijk verweren van Wamberg c.s., zal worden beoordeeld.
Gegronde redenen
3.6
De Ondernemingskamer is van oordeel dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Wamberg c.s., die een onderzoek rechtvaardigen. Dat volgt uit wat hierna wordt overwogen.
De aandelenemissie van Wamberg Vastgoed
3.7
De gang van zaken met betrekking tot de emissie van nieuwe aandelen in het kapitaal van Wamberg Vastgoed roept vragen op. Een zakelijke rationale voor de uitgifte van nieuwe aandelen lijkt te ontbreken. In het verweerschrift verwijzen Wamberg c.s. daarvoor weliswaar naar de brief van de Rabobank van 24 november 2015, maar in die brief valt niet te lezen dat de Rabobank versterking van het eigen vermogen eiste (2.13). Dat argument is destijds ook niet gebruikt in de oproeping voor de vergadering; de reden die daarin voor de emissie werd genoemd – naast benodigde verbetering van de vermogenssituatie naar aanleiding van door Loman Vastgoed aangekondigde schadeclaims – is dat de onderlinge vermogensverhouding tussen de aandeelhouders onevenwichtig was en moest worden hersteld; iets wat ook in het verweerschrift naar voren is gebracht als reden voor de emissie. Voor het bestuur van Wamberg Vastgoed had het op grond van de toen reeds verstoorde verhoudingen en gelet op het feit dat minderheidsaandeelhouder Loman Vastgoed al te kennen had gegeven een enquêteprocedure aanhangig te willen maken en bezwaar had tegen de emissie duidelijk kunnen en moeten zijn dat zij waarschijnlijk niet zou participeren in de emissie en dus zeer aanzienlijk zou verwateren indien het voorgestelde emissiebesluit zou worden uitgevoerd. Bij die stand van zaken was het van wezenlijk belang om de omvang van de emissie en de uitgiftekoers te baseren op een onafhankelijke waardering op basis van een transparant proces. Het bestuur van Wamberg Vastgoed had zich niet moeten verschuilen achter de statutaire bepaling dat de prioriteitsaandeelhouders de koers van een emissie bepalen, maar had Loman Vastgoed dienen te betrekken bij een waardering van de onderneming ter bepaling van de emissiekoers. Het bestuur heeft dat nagelaten; het heeft de uitgifteprijs van de aandelen zelfs in het geheel niet gebaseerd op een waardering van de onderneming, maar de nominale waarde als uitgangspunt genomen, na die eerst – zonder duidelijke aanleiding daartoe – met een factor 45 naar beneden bij te stellen. De zo gehanteerde koers van 1 euro per aandeel (in plaats van oorspronkelijk fl. 100) lijkt daarenboven ook niet de werkelijke waarde te representeren, gezien het feit dat VL Investments door deelname aan de emissie, betaald met een verrekening in rekening-courant ten bedrage van € 42.228 en met onbepaald uitstel van betaling van de overige 75% van de aankoopsom, de waardering van haar vaste activa zag stijgen met € 881.000 – zoals Loman Vastgoed onderbouwd heeft aangevoerd en Wamberg c.s. niet gemotiveerd heeft weersproken. Het eigen vermogen van Wamberg Vastgoed verbeterde niet noemenswaardig door de emissie, terwijl het belang van Loman Vastgoed verwaterde met een factor tien. Dit geheel levert een gegronde reden op om te twijfelen aan een juiste gang van zaken van Wamberg Vastgoed, ook al dateert de emissie uit 2016. Het feit dat Loman Vastgoed nooit meer kapitaal dan haar aanvangsinvestering van € 60.000 in de onderneming heeft ingebracht, doet aan het voorgaande niet af; dit geeft het bestuur geen vrijbrief om te handelen zoals het heeft gedaan. De afwezigheid van Loman Vastgoed op de betreffende algemene vergadering maakt niet dat zij haar recht heeft verwerkt nog over de emissie te klagen; ditzelfde geldt voor het feit dat [A] namens Loman Vastgoed heeft laten weten dat zij geen gebruik wenste te maken van haar voorkeursrecht te participeren in de emissie.
Verkoop prioriteitsaandelen
3.8
Het feit dat de prioriteitsaandelen van Loman Vastgoed in Wamberg Holding en Wamberg Vastgoed zijn overgedragen aan VL Investments en Bela Investments levert geen gegronde reden op om aan een juist beleid of juiste gang van zaken van Wamberg c.s. te twijfelen. Overdracht van aandelen van de ene aan de andere aandeelhouder – in lijn met de statutaire blokkeringsregeling – ziet zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet op het beleid of de gang van zaken van Wamberg c.s. Dat [A] hierbij mogelijk op eigen houtje namens Loman Vastgoed heeft gehandeld, betreft een interne kwestie binnen Loman Vastgoed.
Financieel beleid en informatieverstrekking
3.9
De wijze waarop het bestuur de wensen van de minderheidsaandeelhouder om informatie negeert, roept weer wel vragen op over het beleid en de gang van zaken van Wamberg c.s. Inzage in de jaarrekening van Wamberg Finance, een 100% dochtervennootschap van Wamberg Holding, werd Loman Vastgoed geweigerd, terwijl zij als aandeelhouder van Wamberg Holding daar een voldoende belang bij had. Dat dit al jaren beleid was van Wamberg c.s., zoals zij aanvoert, maakt niet dat dit acceptabel is. [C] heeft zelfs het standpunt ingenomen dat Loman Vastgoed in het geheel geen recht op informatie heeft, ook niet langer ten aanzien van Wamberg Vastgoed en Wamberg Holding (zie 2.33), hetgeen niet getuigt van een juiste visie op de rechten van aandeelhouders. Ook het dividendbeleid roept vragen op. De stelling dat wanneer het bestuur met instemming van de vergadering van prioriteitsaandelen bepaalt dat er geen dividend wordt uitgekeerd, een minderheidsaandeelhouder zich daarin heeft te schikken, zoals Wamberg c.s. aanvoeren, miskent dat die mogelijkheid niet oneindig is. En het financieel beleid zoals dat door Wamberg c.s. wordt gevoerd, waarbij winsten worden geparkeerd bij Wamberg Finance om door haar te worden uitgeleend aan gelieerde ondernemingen roept eveneens vragen op. Anders dan [C] houdt Loman Vastgoed geen belang in Wamberg Recreatie en Wamberg Beautysauna. Bij besluiten tot verstrekking van geldleningen aan die ondernemingen en de vaststelling van de voorwaarden waaronder dat plaatsvindt heeft [C] als indirect (via [B] en Wamberg Holding) bestuurder van Wamberg Finance een eigen belang dat tegenstrijdig is aan het belang van de vennootschap. Van deze leningen is, zoals ter zitting is gebleken, niets aan het papier toevertrouwd. Niet gebleken is van zakelijke voorwaarden, er zijn geen zekerheden verstrekt, kortom, deze leningen lijken niet
at arm’s lengthte zijn verstrekt. Ook deze aspecten vormen gegronde redenen voor twijfel aan een juist beleid van Wamberg c.s.
Vergaderingen van aandeelhouders
3.1
Wamberg c.s. erkennen dat er van enig redelijk overleg tussen [D] en [C] geen sprake meer is, maar wijten dat aan het feit dat [D] zich niet wenst neer te leggen bij de antwoorden die hij op zijn vragen krijgt. De Ondernemingskamer acht die verklaring niet voldoende voor de gang van zaken tijdens de algemene vergaderingen. De manier waarop Loman Vastgoed als minderheidsaandeelhouder wordt behandeld door de belanghebbende achter de meerderheidsaandeelhouder, tevens indirect bestuurder van de vennootschappen, roept vragen op. De e-mailwisselingen voorafgaand aan de algemene vergaderingen en de notulen ademen in alle opzichten een sfeer waarin vragen van Loman Vastgoed lastig bevonden en afgehouden worden en zij met een kluitje in het riet wordt gestuurd onder verwijzing naar de machtspositie van de meerderheidsaandeelhouder, tevens houder van de prioriteitsaandelen, implicerende dat zij als minderheidsaandeelhouder toch geen invloed heeft. Deze bejegening duidt op onredelijk gedrag dat niet past in algemene vergaderingen. De stem van Loman Vastgoed in die vergaderingen lijkt zelfs te worden genegeerd door de meerderheidsaandeelhouder, en in de aanloop naar die vergaderingen door het bestuur. Ook in het verweerschrift nemen Wamberg c.s. die houding aan: dat vragen in het kader van de vaststelling van de jaarrekening van Wamberg Holding niet zijn beantwoord, had volgens hen weliswaar anders gekund, maar zou toch niets hebben uitgemaakt, omdat de jaarrekening nooit afgekeurd zou kunnen worden gezien het feit dat Bela Investments de meerderheid van de stemmen heeft. Met andere woorden: wat Loman Vastgoed vindt, doet er niet toe. Met betrekking tot de wens van Loman Vastgoed om een onafhankelijke accountant in te schakelen meldt het verweerschrift dat de aanstelling van VLAC is voorgehouden aan de algemene vergadering en Loman Vastgoed zich moet neerleggen bij de democratische besluitvorming. Zo slaat elke discussie in de algemene vergadering dood, als zij überhaupt al wordt gevoerd: de digitale algemene vergadering van 14 oktober 2020 was enkele minuten na opening ervan zogenaamd alweer gesloten, voordat Loman Vastgoed had kunnen reageren op de vergaderpunten (zie 2.30). De stelling dat het bestuur van Loman Vastgoed verdeeld was – zoals opgenomen in de notulen van die vergadering – vormt geen reden voor deze behandeling van de minderheidsaandeelhouder, te minder nu [A] ten tijde van die vergadering al was geschorst als bestuurder van Loman Vastgoed en [D] alleen het bestuur vormde, hetgeen aan [C] bekend was gemaakt (zie 2.29). Kortom, ook de gang van zaken tijdens en rondom de algemene vergaderingen levert een gegronde reden op te twijfelen aan een juiste gang van zaken van Wamberg Holding en van Wamberg Vastgoed.
Onderzoek en onmiddellijke voorzieningen
3.11
De Ondernemingskamer zal, zoals verzocht, een onderzoek gelasten over de periode vanaf 1 januari 2016.
3.12
De Ondernemingskamer is voorts van oordeel dat de toestand van Wamberg c.s., zoals die blijkt uit het voorgaande, het nodig maakt de navolgende onmiddellijke voorzieningen te treffen. Zij zal [B] schorsen als bestuurder van Wamberg Holding en Wamberg Vastgoed en in haar plaats de hierna te noemen persoon tot bestuurder benoemen, die bevoegd is om deze vennootschappen zelfstandig te vertegenwoordigen. Deze bestuurder zal zich bij de uitoefening van zijn/haar bestuurstaak naar eigen inzicht kunnen doen bijstaan door [C] op door hem/haar te bepalen, nader te stellen voorwaarden.
3.13
De te benoemen bestuurder mag het ook tot zijn/haar taak rekenen te bezien of een minnelijke regeling tussen partijen kan worden bereikt.
3.14
Voor het treffen van andere onmiddellijke voorzieningen ziet de Ondernemingskamer voorlopig geen aanleiding.
3.15
De Ondernemingskamer zal de kosten van het onderzoek en de te benoemen bestuurder voor rekening brengen van Wamberg c.s.
3.16
De Ondernemingskamer zal de aanwijzing van een onderzoeker voorlopig aanhouden om te bezien of al door de te treffen onmiddellijke voorziening een oplossing van het geschil kan worden bereikt. Ieder van partijen of de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder kan op elk moment de Ondernemingskamer verzoeken de onderzoeker aan te wijzen.
3.17
De Ondernemingskamer zal het bedrag dat het onderzoek maximaal mag kosten niet meteen vaststellen. Indien het komt tot aanwijzing van een onderzoeker, zal de Ondernemingskamer de onderzoeker vragen om binnen zes weken een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan de Ondernemingskamer toe te sturen. De Ondernemingskamer zal partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over die begroting en vervolgens het onderzoeksbudget vaststellen.
3.18
De Ondernemingskamer zal Wamberg c.s. als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de kosten van de procedure.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Wamberg Holding B.V., Wamberg Vastgoed B.V. en Wamberg Finance B.V. over de periode vanaf 1 januari 2016;
benoemt een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon om het onderzoek te verrichten;
houdt in verband met het bepaalde in 3.16 de vaststelling van het onderzoeksbudget aan en verzoekt de onderzoeker binnen zes weken na de beschikking waarbij hij/zij als onderzoeker wordt aangewezen een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan de Ondernemingskamer toe te sturen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Wamberg Holding B.V., Wamberg Vastgoed B.V. en Wamberg Finance B.V. en dat zij voor de betaling daarvan ten genoegen van de onderzoeker voor het begin van zijn/haar werkzaamheden zekerheid moet stellen;
benoemt mr. A.J. Wolfs tot raadsheer-commissaris, zoals bedoeld in artikel 2:350 lid 4 BW;
schorst, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van de procedure, met ingang van heden [B] als bestuurder van Wamberg Holding B.V. en Wamberg Vastgoed B.V.;
benoemt bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van de procedure een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot bestuurder van Wamberg Holding B.V. en Wamberg Vastgoed B.V.;
bepaalt dat het salaris en de kosten van deze bestuurder voor rekening komen van Wamberg Holding B.V. en Wamberg Vastgoed B.V. bepaalt dat Wamberg Holding B.V. en Wamberg Vastgoed B.V. voor de betaling daarvan ten genoegen van de bestuurder zekerheid dient te stellen vóór de aanvang van zijn/haar werkzaamheden;
veroordeelt Wamberg c.s. in de kosten van de procedure tot op heden aan de kant van Loman Vastgoed B.V. begroot op € 3.680;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Wolfs, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, en W. Wind en drs. A.G. Thomassen RT REP, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2022.