Uitspraak
mr. G.J.R. Kalsbeeken
mr. I.J. Rozendal, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
mr. R.G.J. de Haan,
mr. M. Keuperen
mr. B.S.D. Sanders, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
[F],
[G] ,
[F],
[G],
[H],
mr. R.G.J. de Haan,
mr. M. Keuperen
mr. B.S.D. Sanders, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
7 [I] ,
mr. V.R.M. Appelmanen
mr. T.R. Bosker, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
- verzoeksters ieder afzonderlijk als [A] , [B] , [C] en [D] , en gezamenlijk als [L] ;
- de ubo van [A] en [B] als [M] ;
- de ubo van [C] als [N] ;
- de ubo van [D] als [O] ;
- verweersters ieder afzonderlijk als BBBZ en als Steenfabriek, en gezamenlijk als Steenfabriek c.s.;
- de bestuurder van Steenfabriek, [P] , als [P] ;
- de bestuurder van BBBZ, [Q] , als [Q] ;
- belanghebbenden sub 1 t/m 6 ieder afzonderlijk als STAK, [F] , [G] en [H] ;
- Steenfabriek c.s. en belanghebbenden sub 1 t/m 6 gezamenlijk als BBBZ c.s.; en
- belanghebbende sub 7 als [I] .
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding en feiten
mede” op de continuïteit van de met Steenfabriek verbonden onderneming (art. 2 lid 1 en 2). Het bestuur bestaat uit drie bestuurders, te weten:
] en heeft hij via zijn lidmaatschap als voorzitter van het bestuur van[STAK]
tevens een stem in de uitoefening van aandeelhoudersbevoegdheden. Dat zijn naar onze mening onverenigbare functies, welke onverenigbaarheid in de huidige situatie eens temeer klemt.
“ze doen maar”, dat [N] [M] niet te spreken heeft gekregen en dat [O] tegen de benoeming is. Volgens de voorzitter is [M] voor benoeming. Na verder overleg wordt [G] door het STAK-bestuur bij meerderheid van stemmen tot commissaris van BBBZ benoemd.
“als vertegenwoordiger van de certificaathouders in het bestuur”alle certificaathouders laat raadplegen op dit punt. Naar aanleiding daarvan heeft [M] laten weten geen voorstander te zijn van het verruimen van het dividendbeleid, waarna in de vergadering van het STAK-bestuur op 16 september 2016 is ingestemd met de uitkering van een lager bedrag als superdividend.
de basis getallen’van de investering toegestuurd, waaronder een terugverdientijd van 6.96 jaar en een totaal begrote investering van € 5.5 miljoen.
‘dat het goed zou zijn als de certificaathouders inzicht zouden hebben in de relatieve prestaties van[Steenfabriek]
ten opzichte van de concurrentie.’[G] heeft gereageerd door op te merken dat de jaarrekeningen en bijbehorende toelichting
‘ruim voldoende informatie aan de certificaathouders verstrekken om te kunnen beoordelen hoe de Steenfabriek in zijn totaliteit heeft gepresteerd’en dat een benchmark van de beleggingen is opgenomen in de halfjaarlijkse rapportage van Insinger Gillissen, die wordt verstrekt aan [Q] en gedeeld met de commissarissen van BBBZ. Ook heeft [I] opgemerkt dat de certificaathouders het gevoel hebben niet of onvoldoende te worden geïnformeerd en betrokken. Daarop liet [G] weten dat de certificaathouders recht hebben op de voor hen noodzakelijke informatie, maar dat de bevoegdheid om (mee) te besturen bij andere organen ligt. Er is afgesproken dat de kwartaalrapportages van de Steenfabriek en notulen van de STAK-vergaderingen via [I] met de certificaathouders worden gedeeld.
‘in een ander gremium aan de orde is’en de profielschets
‘geen zaak is waar het STAK-bestuur over gaat’.
afgepast antwoorden en liefst opschieten”, waarbinnen een open discussie niet mogelijk is en op onjuiste gronden wordt afgewezen. Deelname aan overleg met Insinger Gilissen wijst [I] af, om te voorkomen dat hij
‘zelf[wordt]
meegetrokken in een dubbelrol (of meerdere).’
‘ruim meer dividend is uitgekeerd dan op basis van het standaard beleid het geval zou zijn’.
“(…) Jullie blokkeren als bestuurders van het STAK dat het STAK haar aandeelhoudersrechten kan uitoefenen. Het lijken me namelijk meer dan valide vragen vanuit een aandeelhouder (1) waarom het bestuur van BBBZ het beleggingsprofiel verandert en wat daaraan ten grondslag ligt, (2) waarom het mandaat van Insinger Gillissen is verdubbeld en welk (ondernemings- of investerings)plan aan het handhaven van een dergelijk vermogen ten grondslag ligt in plaats van het uitkeren van een deel van het vermogen, en (3) hoe de performance van Insinger Gillissen wordt gemeten, (4) welke rol de RvC in dit alles heeft gespeeld. Ook is het geen rare vraag van een aandeelhouder dat het rendement van een aanzienlijke investering in bijvoorbeeld zonnepanelen wordt gemeten en daarover wordt gerapporteerd. BBBZ als aandeelhouder zou daarnaar moeten vragen en als het bestuur van BBBZ dat nalaat dan mag het STAK het bestuur van BBBZ daarover vragen stellen. (…) Ik zie niet welk (zwaarwichtig) belang van de vennootschap zich ertegen verzet om de gevraagde informatie te verschaffen. (…) Ook is het in mijn optiek valide dat een aandeelhouder vraagt naar en betrokken is bij (veranderingen in) het proces voor de selectie van een nieuwe commissaris, ook als het een dochter betreft. Zeker bij een aandeelhouder in een familie vennootschap als deze. Het is in mijn ogen onbestaanbaar dat de aandeelhouder achteraf wordt geïnformeerd over de benoeming van een commissaris bij de dochter van de holding. (…)
3.De gronden van de beslissing
checks and balancesdoor de huidige gebrekkige governance en het niet functioneren van STAK als aandeelhouder van BBBZ.
checks and balances. De stellingen dat zowel [P] als [F] het voor het zeggen hebben en dat BBBZ groepshoofd is en de Steenfabriek niet meer dan een groepsmaatschappij sluiten elkaar onderling uit. Ook de huidige samenstelling van het bestuur van STAK is niet problematisch. De statuten van STAK bepalen immers dat de voorzitter van de raad van commissarissen van Steenfabriek bestuurder is, dat de certificaathouders een bestuurder mogen aanwijzen en dat deze gezamenlijk een derde bestuurder aanwijzen. In dit geval is [P] dienovereenkomstig benoemd met instemming van [N] , destijds bestuurder van de STAK namens de certificaathouders. Daar komt bij dat de samenstelling van het bestuur een interne aangelegenheid van STAK betreft.
Zwagerman), OK 30 maart 2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1776 (
Muntal), OK 11 juni 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2461 (
Pierson) en OK 31 oktober 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:3921, (
Bosal)). De inhoud van die informatieverplichting betreft niet alleen zaken met betrekking tot Steenfabriek c.s. die de certificaathouders rechtstreeks aangaan (zoals het dividendbeleid en de grondslagen daarvoor) maar strekt zich ook uit tot belangrijke zaken die de (financiële positie van) Steenfabriek c.s. betreffen (zoals het beleggingsbeleid en de impact van investeringen of van de gestegen gasprijzen). Gelet op de vennootschappelijke structuur die hierboven is geschetst dient dat in ieder geval te gebeuren binnen STAK, door het juist, tijdig en volledig informeren van bestuurder A door de andere bestuursleden, maar is het daartoe niet beperkt.
Je krijgt niks over zonnepanelen” (zie 2.39).
qualitate quatevens fungeren als bestuurder C en voorzitter van STAK.
ATR Leasing)).