Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
€ 4.299.
€ 1.996 en € 1.577 aan belastingrente in rekening gebracht.
2.2. Feiten
Feiten
De betaalwijze wordt niet vastgelegd in het systeem.
Het Excel-overzicht vermeldt op 4 oktober 2012 een storting naar de bankrekening van [naam gelieerde ondeneming] (een gelieerde onderneming) die niet in de financiële administratie is verwerkt. Contant betaalde onkosten worden op datum van betaling in de financiële administratie en maandelijks achteraf in een Excel-overzicht verwerkt. Ook de Excel overzichten bevatten geen kassaldi.
Hof:het eerste deel van onderstaand citaat in par. 5.3.1 onder het kopje ‘Brutowinstpercentage volgens de financiële administratie’] onder andere het volgende vermeld:
Het percentage van de kortingen, representatie en weggeef hebben wij gebaseerd op de door [vennoot 1] verstrekte gegevens (zie ook onze brief van 5 februari 2015 inzake de reactie op de brief d.d. 15 december 2014). Om [X] BV tegemoet te komen stellen wij het percentage voor kortingen, representatie en weggeef op 10% van de omzet,
2013…
€ 85.987
€ 208.518 € 201.667
Kunt u (…) bevestigen dat er geen kasboek wordt bijgehouden? Indien wel een kasboek wordt bijgehouden, ontvangen wij graag het kasboek van 2012.”
4.1 Dagelijkse administratie
(…)
[vennoot 1] heeft (…) het volgende verklaard:
(…)
[vennoot 1] heeft (…) aangegeven dat in 2012 nog geen maandelijkse controle op het kasgeld heeft plaatsgevonden. Daarnaast heeft [vennoot 1] (…) aangegeven dat hij niet precies weet hoeveel kasgeld gemiddeld in zijn onderneming aanwezig is (inclusief geld in kluis). (…)
(…)
4.3. Financiële administratie door fiscaal adviseur
Met ingang van augustus 2013 is [de fiscaal adviseur van belanghebbende] de fiscaaladviseur van [belanghebbende]. (…) [de fiscaal adviseur van belanghebbende] [heeft] de financiële administratie over 2012 opnieuw ingevoerd.
Aan de hand van de dagstaten, bankstortingen en kasbonnen heeft [ [de fiscaal adviseur van belanghebbende] ] Excel overzichten opgesteld.
Op basis van deze Excel overzichten wordt het totale bedrag aan contante omzet per maand in één bedrag in de financiële administratie verwerkt. Naast de omzetten worden ook de girale betalingen en de eventuele contante uitgaven in de financiële administratie verwerkt. De contante uitgaven worden per dag in de financiële administratie verwerkt aan de hand van de kasbonnen. Het administratieve kassaldo wordt niet aangesloten met het daadwerkelijke aanwezige kassaldo (inclusief kasgeld in kluis).
In het Excel overzicht over de maand oktober is een bankstorting verwerkt van € 3.000.
Dit betreft een contante storting op de bankrekening van [gelieerde onderneming] . Deze storting is (…) niet in de financiële administratie verwerkt.
(…).”
Onderzocht is de aanvaardbaarheid van de aangiften:
- vennootschapsbelasting over het jaar 2012;
- omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012.
(…)
3.2. Administratie
(…) [vennoot 1] houdt (…) geen kasboek bij. De adviseur van [belanghebbende], [de fiscaal adviseur van belanghebbende] , verwerkt de primaire administratie (…) in een geautomatiseerd boekhoudsysteem. De adviseur stelt maandelijks achteraf het kasboek op door middel van een Excel overzicht. (…) In de Excel overzichten staan geen kassaldi vermeld. (…)
(…)
5.2.2. kasboek
Door [vennoot 1] is over 2012 geen kasboek (met een begin- en eindsaldo) bijgehouden, waarin de volledige contante geldstroom (omzet, onkosten en bankstortingen) is verwerkt.
(…)
[de fiscaal adviseur van belanghebbende] maakt achteraf maandelijks aan de hand van week- en dagstaten (dagstaten vanaf 1 december) een Excel overzicht, waarin hij tevens de bankstortingen en kasbonnen verwerkt.
In het Excel overzicht over de maand oktober is een storting op 4 oktober 2012 van € 3.000 naar de bankrekening van [gelieerde onderneming] niet in de financiële administratie verwerkt.
(…)
5.3.3. Reactie op theoretische omzetberekening 2012
5.3.3.1. Brief van 15 december 2014
[de fiscaal adviseur van belanghebbende] geeft (…) het volgende commentaar op onze berekening (…)
Onze reactie:Kortingen(…) [De] kortingen hebben wij verwerkt onder representatie (personeel en weggeef). [vennoot 1] heeft in het inleidend gesprek d.d. 28 mei 2014 verklaard dat hij alle kortingen, representatie en weggeef aanslaat op de kassa. Het bedrag dat wij hebben verwerkt als representatie komt overeen met hetgeen op de dagafsluitingen staat vermeld.
(…)
Om [belanghebbende] tegemoet te komen hebben wij besloten het percentage voor kortingen, representatie en weggeef op 10% van de omzet te stellen in plaats van 5%.
(…)
Voorraad(…)
Wij hebben bij onze berekening (…) rekening gehouden met de voorraadmutatie.
De voorraadmutatie is (…) verwerkt in de inkoopwaarde van de verkopen.
Onjuiste maatvoeringen(…)
Wij hebben van [de fiscaal adviseur van belanghebbende] (…) geen specificatie ontvangen waaruit blijkt wat volgens hem de juiste maatvoeringen zijn. (…)
Wij gaan er van uit dat de door ons gehanteerde maatvoeringen, die gebruikelijk zijn in de branche, juist zijn.
Tapverlies(…)
Wij zijn bij onze berekening uitgegaan van een tapverlies van 12%. Daarnaast hebben wij bij tankbier nog rekening gehouden met een extra tapverlies van drie liter per maand wegens het schoonmaken van de leidingen. Dit extra tapverlies is conform hetgeen [belanghebbende] heeft verklaard in het inleidend gesprek d.d. 28 mei 2014.
(…)
Representatie(…)
[vennoot 1] heeft in het inleidend gesprek (…) verklaard dat hij alle kortingen representatie en weggeef aanslaat op de kassa.
Het bedrag (5% van de omzet) dat wij hebben verwerkt als representatie e.d. komt overeen met wat op de dagafsluitingen staat vermeld.
(…)
Om [belanghebbende] tegemoet te komen hebben wij besloten het percentage voor kortingen, representatie en weggeef op 10% van de omzet te stellen in plaats van 5%.
(…)
Ten onrechte inkoop van goederen als bestemd voor verkoop(…) De diverse inkopen in de theoretische omzetberekening betreffen inkopen dranken bij andere leveranciers. Deze inkopen zijn ook als zodanig in de financiële administratie verwerkt.
(…)
Fictieve omzetbijtelling[de fiscaal adviseur van belanghebbende] stelt dat wij bij onze berekening de representatie bij de omzet hebben geteld. Dit is niet het geval. Er staat geen minteken voor de representatie maar wij hebben de representatie wel degelijk van de omzet afgetrokken in de berekening.
(…)
5.3.3.4. Brief [
Hof:van [de fiscaal adviseur van belanghebbende] ] van 26 juni 2015
(…)
In onze brief van 20 augustus 2015 delen wij mee dat wij rekening hebben gehouden met een totaal verlies op kelderbier van 12,6% dus 2,6 procentpunt hoger dan de 10% waar [ [de fiscaal adviseur van belanghebbende] ] om vraagt. Bonussen hebben geen invloed op onze omzetberekening omdat de omzet is bepaald aan de hand van de aantallen maal de verkoopprijs.
(…)
Samengevat zijn de volgende gebreken geconstateerd:
De voorzitter verwijst naar een voorbeeld van een dagstaat die als bijlage 28 is opgenomen bij het verweerschrift vennootschapsbelasting in eerste aanleg. Op de vraag van de voorzitter wat wordt bedoeld met “bonnen uit kassa”, antwoord ik dat dat de kasuitgaven zijn. Dit zijn bij wijze van spreken de contante uitgaven voor inkoop op de markt. Het is contant geld dat uit de kassa is gehaald voor inkopen. Dit contante geld wordt vervolgens weer opgeteld opdat een zuiver kasverschil kan worden berekend.
(…)
De jongste raadsheer vraagt mij of de directie van belanghebbende een verklaring heeft voor het feit dat de gestelde kasadministratie die destijds is bijgehouden zo summier is?
Ik antwoord dat er twee kasboeken zijn. Het feit dat er twee kasboeken zijn verliest de inspecteur echter uit het oog. Het eerste kasboek heeft hij niet gecontroleerd. Op basis van het eerste kasboek zijn onder andere de aangiften omzetbelasting ingediend. Hoe het eerste kasboek eruitziet, weet de inspecteur niet.
3.Geschil in hoger beroep
of belanghebbende voor de omzetbelasting en de vennootschapsbelasting de vereiste aangiften heeft gedaan, met – indien en voor zover dat niet het geval is geweest – als gevolg dat de omkering en verzwaring van de bewijslast van toepassing is;
4.Oordeel van de rechtbank
Geschil
5.5. Beoordeling van het geschil
(…)
Het is de plicht van de inspecteur om wat betreft de inhoudelijke of de formele gebreken van elke aangifte te stellen en te bewijzen wat het gebrek is. Dat heeft de inspecteur niet gedaan. Hij stelt dat de vereiste aangifte voor het hele jaar niet is gedaan, maar daaruit volgt niet dat de vereiste aangifte voor elke afzonderlijke aangifte niet is gedaan.”
accijnsverhogingen die in 2012 niet in de verkoopprijzen zijn doorberekend;
- verhogingen van inkoopprijzen in 2012 die niet in de verkoopprijzen zijn doorberekend;
- de verhoging van het omzetbelastingtarief van 19% naar 21% per 1 oktober 2012 die niet in
de verkoopprijzen is doorberekend, en
- een te lage vaststelling van veel verkoopprijzen.
€ 3.000 naar [gelieerde onderneming] .
Voorts heeft de inspecteur, naar hij stelt, op basis van de inkoopgegevens van belanghebbende en de door haar voor het jaar 2012 gehanteerde verkoopprijzen een omzetberekening opgesteld. Ook deze omzetberekening laat volgens de inspecteur absoluut en relatief een substantieel verschil zien met de door belanghebbende aangegeven omzet.
De gemachtigde van belanghebbende haalt het tapverlies en de inkoopbonussen uit de vergelijking. Als we dat afspreken met elkaar en iedereen doet dat dan heb je de juiste referentiegegevens. In de database van de Belastingdienst staan alle Nederlandse aangiften. De inkoopwaarde is echter het totaal waar geen zuivering op zit. De aangifte van belanghebbende is dus goed te vergelijken met de database van de Belastingdienst.
verdubbeld om een voorzichtige berekening te maken. Wij hebben derhalve een percentage van 10% voor kortingen, representatie en weggeef in mindering gebracht en 12,6% voor tapverlies.
De voorzitter houdt mij voor dat het moeilijk voor te stellen is dat personeel van belanghebbende – vermoedelijk veelal studenten – is geïnstrueerd om inkomsten een aantal keer niet aan te slaan.
Bij monde van[controlemedewerker], antwoord ik dat ik alleen maar kan constateren dat de aangegeven omzet niet klopt met hetgeen verwacht kan worden.
Als verklaring voor het verschil dat is ontstaan, kan ik alleen bedenken dat niet alles is aangeslagen, waardoor het totaal van de Z-afslagen lager is dan hetgeen te verwachten is op basis van de vergelijking. Ik kan alleen uit ervaring spreken en ik weet dat soms wordt afgesproken om bijvoorbeeld de laatste drie tafels niet aan te slaan. Echter: ik kan niet bepalen hoe het in de onderhavige zaak is gegaan. Ik kan alleen constateren dat de aangegeven omzet niet de werkelijke omzet kan zijn.”
Het brutowinstpercentage wordt dan berekend in een percentage van de totale inkopen en valt daarom een stuk lager uit. Omdat voor alle ondernemingen in de branche dezelfde berekening van het brutowinstpercentage wordt toegepast zijn deze goed met elkaar te vergelijken
Nu kun je wel discussiëren hoe een brutowinstpercentage moet worden berekend maar in het geval bij [belanghebbende] wordt het brutowinstpercentage niet gebruikt om tot een correctie te komen. Hier vindt namelijk een nauwkeurige stuksberekening (aantallen X verkoopprijs) plaats gebaseerd op feiten.”
jaarstukken kenniscentrum horeca
Brutowinstpercentage van de omzet 62,33 71 67
Brutowinstpercentage van de inkoopwaarde 165,47 244,83 203,03
(…)
[ [de fiscaal adviseur van belanghebbende] ] komt in zijn pleitnota met verschillende opmerkingen m.b.t. de gemaakte omzetberekening waar ik op zal ingaan.
Deze inkopen hoog bestonden uit dranken die zijn ingekocht bij andere leveranciers waar geen splitsing is te maken naar soort en individuele inkoopprijzen. Mijn collega (…) heeft er voor gekozen deze om te slaan met een gemiddeld brutowinstpercentage op alle dranken hoog. Een percentage van 193,2% is zelfs aan de lage kant.
Literflessen frisdrank is bestemd voor het personeel en niet voor de verkoop. Wanneer we deze flessen uit de omzetberekening elimineren wordt de winstcorrectie verlaagd met € 5.475 (exclusief BTW). Daartegenover staat dat het percentage representatie (personeel en weggeef) in de omzetberekening van zowel hoog als laag is verdubbeld van 5 naar 10. Naar mijn mening compenseert dit weer de niet verkochte literflessen frisdrank.
De belastingdienst heeft een back-up ontvangen uit het kassasysteem. De verkoopprijzen die hierin zijn terug te vinden zijn gebruikt voor de omzetberekening. (…)”
Oordeel Hof5.3.1. Naar het oordeel van het Hof was de inspecteur bevoegd de navorderingsaanslag op te leggen. Aan het daaraan gestelde vereiste dat de inspecteur bij het opleggen van de navorderingsaanslag over een zogeheten nieuw feit diende te beschikken is voldaan.
De bevindingen van het na het opleggen van de aanslag Vpb 2012 (hierna: de aanslag) ingestelde boekenonderzoek vormen dat nieuwe feit. Naar het oordeel van het Hof heeft de inspecteur in redelijkheid niet aan de juistheid van de door belanghebbende ingediende aangifte vennootschapsbelasting behoeven te twijfelen, in het bijzonder omdat de niet onwaarschijnlijke mogelijkheid heeft bestaan dat de in de aangifte opgenomen gegevens juist waren (vgl. HR 12 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7165, BNB 2010/155). Feiten en omstandigheden op grond waarvan de inspecteur ten tijde van het opleggen van de aanslag zijn onderzoeksplicht zou hebben verzaakt zijn niet gesteld dan wel aannemelijk geworden. Van hem wordt bij het opleggen van de aanslag niet standaard verlangd dat hij de verantwoorde omzet met branchegegevens vergelijkt.
Slotsom5.4. Het hiervoor overwogene leidt ertoe dat de uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd, met dien verstande dat, indien de bedragen van de door de rechtbank vastgestelde immateriële schade van € 500 en € 333 aan griffierecht niet tijdig zijn vergoed, de wettelijke rente is gaan lopen vier weken na de datum waarop de uitspraak van de rechtbank is gedaan. Omdat belanghebbende voor de rechtbank geen aanspraak heeft gemaakt op vergoeding van wettelijke rente en belanghebbende dat voor het eerst in hoger beroep heeft gedaan, vormt het ontbreken van een beslissing over de wettelijke rente in de uitspraak van de rechtbank geen grond voor vernietiging van die uitspraak (vgl. Hoge Raad 21 december 2018, ECLI: NL:HR:2018:2358, BNB 2019/49, r.o. 2.2.5).
6.6. Kosten
7.Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank;
- beslist dat, indien het bedrag van de door de rechtbank vastgestelde immateriële schade van € 500 en € 333 aan griffierecht niet tijdig aan belanghebbende zijn vergoed, de wettelijke rente daarover is gaan lopen vier weken na de datum waarop de uitspraak van de rechtbank is gedaan, en
- gelast de griffier aan belanghebbende een bedrag van € 532 te restitueren aan in hoger beroep betaald griffierecht.
mr. A.F.J.S. Molleman als griffier. De beslissing is op 19 oktober 2021 in het openbaar uitgesproken.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.