ECLI:NL:CRVB:2020:2637
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de afwijzing van een verzoek om terug te komen van een WIA-besluit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van het verzoek om terug te komen van een eerder besluit van het Uwv, dat op 18 januari 2013 is genomen. Appellant had zich ziek gemeld en verzocht om een WIA-uitkering, maar het Uwv weigerde deze omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellant heeft in 2017 een verzoek ingediend om het eerdere besluit te herzien, onder verwijzing naar een nieuwe diagnose van artrose. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven om het eerdere besluit te herzien. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld. De stelling van appellant dat de diagnose artrose als novum moet worden aangemerkt, wordt niet gevolgd. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.