In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:499, wordt een belangrijke wijziging in de beoordeling van gokinkomsten voor bijstandsgerechtigden besproken. De zaak betreft een bijstandsgerechtigde die vanaf 22 november 1996 bijstand ontvangt. Tijdens een heronderzoek door de gemeente Rotterdam werd vastgesteld dat zij regelmatig geld opnam bij gokinstellingen. Dit leidde tot de intrekking van haar bijstand over bepaalde maanden, omdat zij haar inlichtingenverplichting had geschonden door deze gokactiviteiten niet te melden. De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van de betrokkene gegrond en vernietigde het besluit van het college, wat leidde tot hoger beroep van het college bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad oordeelt dat de betrokkene voortaan aan de hand van pinopnames in een gokinstelling kan aantonen welke bedragen zij heeft ontvangen. Dit betekent dat de volledige bijstand niet meer automatisch teruggevorderd kan worden over de maanden waarin is gegokt, zolang de betrokkene kan aantonen dat de gokinkomsten niet hoger zijn dan de bedragen die zij heeft ingezet. De Raad stelt dat het college niet langer kan eisen dat er een sluitende gokadministratie wordt overlegd, omdat dit in de praktijk vaak niet mogelijk is. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het college de proceskosten van de betrokkene moet vergoeden.
Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor de manier waarop bijstandsgerechtigden met gokinkomsten worden beoordeeld en biedt hen de mogelijkheid om hun recht op bijstand beter te onderbouwen met behulp van pinopnames.