Uitspraak
18 4683 PW
PROCESVERLOOP
M.E. van Zanten.
OVERWEGINGEN
30 december 2016.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de terugvordering van bijstandsuitkeringen door het college van burgemeester en wethouders van Noordenveld aan appellante, die een erfenis heeft ontvangen na het overlijden van haar moeder op 28 april 2015. Appellante ontving op dat moment bijstand, en de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de peildatum voor de terugvordering de datum van overlijden is. De Raad stelt vast dat de bijstand van appellante op dat moment de vermogensgrens overschreed, wat aanleiding gaf tot terugvordering van de bijstandsuitkeringen. Appellante had aangevoerd dat het college bij de berekening van het terug te vorderen bedrag had moeten uitgaan van de meest actuele vermogensvaststelling, maar de Raad oordeelt dat de peildatum bepalend is en dat het college niet vrij is om een andere benaderingswijze te kiezen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard, en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt de toepassing van artikel 58, tweede lid, aanhef en onder f, ten eerste van de Participatiewet, en de voorwaarden waaronder bijstand kan worden teruggevorderd.