Uitspraak
[betrokkene 4] door mr. Billiet-de Jonge. De korpschef heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. De Wit, drs. Groenendaal, drs. ing. L. Schaap en H. Reuvers.
[betrokkene 3] en [betrokkene 4] vanwege de lange duur van de procedure tot vaststelling van de functie van Operationeel Begeleider B een compensatie toegekend, bestaande uit een eenmalige financiële tegemoetkoming ter grootte van hun eindejaarsuitkering over 2016 en drie extra OVW-periodieken met ingang van 1 januari 2017.
7 juli 2016 zijn gewijzigd, had de korpschef er ook voor kunnen kiezen om de OVW‑periodieken te laten ingaan vanaf de datum van het verzoek van de Politieacademie. Voor verdergaande terugwerkende kracht bestaat geen grond. Gelet op alle omstandigheden is het toekennen van OVW‑periodieken met ingang van eerst 1 januari 2017 onredelijk.
Ingangsdatum plaatsing en toekenning OVW‑periodieken / bestreden besluiten I
Coulanceregeling / bestreden besluiten II
- vernietigt de aangevallen uitspraak, behalve de beslissingen over proceskosten en griffierecht;
- verklaart de beroepen tegen de bestreden besluiten I gegrond en vernietigt de besluiten van 23 oktober 2017 voor zover deze betrekking hebben op de ingangsdatum van de OVW‑periodieken;
- kent aan betrokkenen met ingang van 1 juli 2016 OVW-periodieken toe en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de gedeeltelijk vernietigde besluiten van
- verklaart de beroepen van betrokkenen [betrokkene 1], [betrokkene 3] en [betrokkene 4] tegen de besluiten van 9 januari 2018 en 10 januari 2018 ongegrond;
- vernietigt de besluiten van 6 maart 2019;
- veroordeelt de korpschef in de kosten van betrokkenen, zoals onder 5.1 en 5.2 is vermeld;
- bepaalt dat de korpschef aan elk van betrokkenen het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 253,- vergoedt.