Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 maart 2021 in de zaak tussen
[eiser] (eiser) en [eiseres] (eiseres), eisers
de korpschef van politie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
28 november 2019 heeft geoordeeld dat de Coulanceregeling het karakter heeft van buitenwettelijk, begunstigend beleid. Volgens vaste rechtspraak van de CRvB dient de bestuursrechter het bestaan en de inhoud van dergelijk beleid als een gegeven te aanvaarden. De rechterlijke toetsing van dergelijk buitenwettelijk, begunstigend beleid is beperkt tot de vraag of het bestuursorgaan het beleid consistent heeft toegepast. [3]
1 juli 2016 aan de drie cumulatieve voorwaarden voldoen en het maximum van zijn salarisschaal hebben bereikt.
Wat zijn de drie cumulatieve voorwaarden?
In de Handleiding beslisbomen en de Brief [A] 7 maart 2017 [5] zijn de termen “structureel” en “als docent in de praktijk” nader toegelicht.
a) een brief van [B] , [functie 3] , van 6 augustus 2018;
i) e-mailcorrespondentie van [E] en [F] aan [G] van 6 augustus 2018;
j) motivatiebrieven van [G] en [H] .
“Nadere toelichting term: “als docent in de praktijk”.
- Deze werkzaamheden gedaan t.b.v. onderhouden eigen vakmanschap, natuurlijk gerelateerd aan de specifieke taakstelling binnen [afdeling] als docent. Dus meedraaien ME als je binnen [afdeling] ook als docent verantwoordelijk bent voor ME.
- Als docent trainen van een individu, team, leidinggevende of groep in diens uitvoeringspraktijk.
Nadere toelichting term: Structureel
“Vastgestelde procedure (gespreksverslag en memo)
Procedure om te bepalen of de medewerker het werk ook daadwerkelijk heeft gedaan:
politietaak in het publieke domeingeopereerd heeft met opsporingsbevoegdheid en de bevoegdheid om geweld toe te passen. Dit in het kader van onderhoud blauwe vakmanschap; EN
(docentschap in de praktijk),waarbij hij beschikt over opsporingsbevoegdheid en de bevoegdheid om geweld toe te passen; EN
Eisers hebben in hun motivatiebrieven OVW aangevoerd dat zij in de referteperiode structureel zijn ingezet op hun taakaccent als persoonsbeveiliger en VBA, dat zij dit hebben gedaan ter uitvoering van de politietaak in het publieke domein en dat zij daarbij participerend observerend hebben opgetreden. In deze brieven hebben eisers diverse trainingen en procedures genoemd, waaronder de in het bijzonder genoemde operationele werkzaamheden uit de werkroosters (zie 7.) en toegelicht dat ze de daaruit opgedane ervaringen en observaties hebben vertaald naar [afdeling] -trainingen in de context van de werkzaamheden van de persoonsbeveiliger.
Eiser [eiser] heeft in zijn e-mailbericht van 25 april 2017 aan [C] naar voren gebracht dat hij vanaf zijn aanstelling structureel iedere periode een weekeinde is ingezet als VBA en dat hij dit tot en met december 2015 heeft gedaan, dat hij de NSS top operationeel en als docent heeft meegedraaid, dat hij altijd als docent/beveiliger tijdens de Koninginnedagen/Koningsdagen is ingezet en dat hij als docent/beveiliger betrokken is geweest bij het flyeren van een bekende politicus. In het e-mailbericht van 26 april 2017 aan [D] heeft eiser toegelicht dat de trainingen van de DB&B meestal in het publieke domein en niet op de reguliere [afdeling] locaties plaatsvindt, zoals de NSS-trainingen en aansluitend de operationele werkzaamheden tijdens de uitvoering van de NSS, de flyertrainingen en aansluitend de operationele werkzaamheden tijdens de uitvoering van de Flyer acties, en de trainingen voor Prinsjesdag en Koningsdag. Eiseres [eiseres] heeft in het kolommenoverzicht opgegeven dat zij in de referteperiode als docent met kerntaak DBB is ingezet als persoonsbeveiliger en VBA bij grootschalige beveiligingsopdrachten zoals bijvoorbeeld de NSS van 2014 en dat zij per jaar vier of vijf keer structureel is ingezet bij de DBB ten behoeve van het vergaren en behoud van kennis voor trainingsdoeleinden.
De rechtbank merkt de beroepen aan als samenhangende zaken in de zin van artikel 3, tweede lid, van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De rechtbank stelt de proceskosten op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.602.- (1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 534,- en een wegingsfactor 1).
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;