ECLI:NL:CRVB:2017:2553
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning compensatie voor inkomensachteruitgang eenouder gezin bij 18 jarig kind
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een appellante die bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW) als alleenstaande ouder. Na de 18e verjaardag van haar jongste zoon heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere de bijstandsverlening herzien, wat leidde tot een inkomensachteruitgang voor de appellante. Appellante heeft bijzondere bijstand aangevraagd in de vorm van een garantietoeslag, maar het college heeft deze aanvraag afgewezen, met als argument dat de zoon van appellante recht had op studiefinanciering, waardoor de bijstandsnorm voor alleenstaanden van toepassing werd.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat het college ten onrechte het beleid niet consistent toepast en dat het inkomen van haar zoon niet correct is vastgesteld. De Raad heeft vastgesteld dat het college een buitenwettelijk begunstigend beleid hanteert voor alleenstaande ouders met een kind dat 18 jaar wordt, maar dat dit beleid niet leidt tot een recht op bijzondere bijstand in dit geval. De Raad heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat het beleid van het college niet onredelijk is en dat de appellante niet kan aantonen dat het college inconsistent handelt.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.