ECLI:NL:CRVB:2018:922
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake toekenning en overgang naar LFNP-functie met betrekking tot de korpschef van politie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 7 maart 2016, waarin het beroep tegen het bestreden besluit van de korpschef ongegrond werd verklaard. Appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. W.J. Dammingh, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de korpschef om hem niet te plaatsen in de LFNP-functie die hij wenste. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 15 februari 2018, waarbij appellant aanwezig was en de korpschef vertegenwoordigd werd door mr. M.H. Horst, advocaat.
De Raad heeft in zijn overwegingen verwezen naar eerdere uitspraken en regelgeving met betrekking tot de transponeringstabel en de Regeling overgang naar een LFNP-functie. Appellant betoogde dat de rechtbank de transponeringstabel ten onrechte als een algemeen verbindend voorschrift had aangemerkt en dat de korpschef onvoldoende rekening had gehouden met zijn specifieke werkzaamheden. De Raad heeft echter geoordeeld dat de korpschef de juiste procedure heeft gevolgd en dat er geen sprake is van ernstige fouten in de regelgeving die de besluiten ongeldig zouden maken.
Uiteindelijk heeft de Raad geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank moet worden bevestigd. De beslissing is openbaar uitgesproken op 29 maart 2018.