ECLI:NL:CRVB:2019:3711
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van intrekkings- en terugvorderingsbesluiten in sociale zekerheidszaak met discriminatieverbod
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Het geschil betreft de afwijzing van een verzoek van betrokkene om terug te komen van eerdere besluiten tot intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen. Betrokkene ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en had onroerend goed in Turkije, wat hij niet had gemeld. Het college van burgemeester en wethouders van Almelo had de bijstand ingetrokken en de kosten teruggevorderd, omdat betrokkene zijn inlichtingenverplichting had geschonden. Betrokkene verzocht om herziening van het besluit, maar het college wees dit verzoek af, stellende dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden.
De rechtbank verklaarde het beroep van betrokkene gegrond en vernietigde het besluit van het college, omdat het college had gehandeld in strijd met het discriminatieverbod bij de selectie van bijstandsgerechtigden voor onderzoek. In hoger beroep stelde de Centrale Raad van Beroep vast dat de afwijzing van het herzieningsverzoek niet evident onredelijk was, ondanks de schending van het discriminatieverbod. De Raad oordeelde dat de intrekking van de bijstand niet gericht was op leedtoevoeging, maar op herstel van de rechtmatige toestand. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het besluit van het college ongegrond.