Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
genomen.
J.P.A. Boersma als leden, in tegenwoordigheid van J.M.M. van Dalen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 november 2018.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg, waarbij hij betrokken was in een geschil met de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Tijdens de behandeling van het hoger beroep op 10 oktober 2018 heeft verzoeker verzocht om wraking van de behandelend rechter, A.I. van der Kris. Dit verzoek werd door de behandelend rechter op 15 oktober 2018 schriftelijk afgewezen. Verzoeker heeft vervolgens op 18 november 2018 een verzoek ingediend om wraking van E.J.M. Heijs, de voorzitter van de wrakingskamer. De wrakingskamer heeft op 19 november 2018 besloten dit verzoek niet in behandeling te nemen, waarna het verzoek om wraking van de behandelend rechter ter zitting werd behandeld. Verzoeker is niet verschenen, en de behandelend rechter is ook niet verschenen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar overwegingen uiteengezet dat wraking alleen kan plaatsvinden op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De argumenten van verzoeker, waaronder het niet benoemen van een deskundige en het niet vragen van een machtiging aan de gemachtigde van het Uwv, zijn als procedurele beslissingen gekwalificeerd en kunnen geen grond voor wraking vormen. De Raad concludeert dat verzoeker misbruik maakt van de mogelijkheid om wrakingsverzoeken in te dienen, en heeft besloten dat een volgend verzoek om wraking in dit hoger beroep niet in behandeling wordt genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 26 november 2018.