ECLI:NL:HR:2010:BM9141
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter in cassatie
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarbij de verdachte zich beroept op het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter. De Hoge Raad oordeelt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat hij jegens de verdachte een vooringenomenheid koestert. De verdachte stelt dat de voorzitter van het Hof tijdens de terechtzitting heeft gezegd: 'Wij denken dat u liegt', wat volgens hem een indicatie is van vooringenomenheid. De Hoge Raad overweegt echter dat deze opmerking op zichzelf niet voldoende is om te concluderen dat er sprake is van een gebrek aan onpartijdigheid. De voorzitter heeft na deze opmerking ook medegedeeld dat de getuige verdacht werd van meineed, wat de context van de uitspraak verandert. De Hoge Raad concludeert dat er geen sprake is van schending van artikel 6, eerste lid, van het EVRM, dat het recht op een eerlijk proces waarborgt. Het beroep in cassatie wordt verworpen, en de Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep voor zover het zich richt tegen de beslissing op het wrakingsverzoek.