ECLI:NL:CRVB:2020:2817
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.M. Heijs
- G.M.G. Hink
- J.P.A. Boersma
- P.W.J. Hospel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking in hoger beroep tegen de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarbij hij betrokken was in een geschil met de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Tijdens de zitting op 1 oktober 2020, geleid door de behandelend rechter B.J. van de Griend, heeft verzoeker een verzoek om wraking ingediend. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat de behandelend rechter zijn procespositie zou hebben benadeeld door het niet toestaan van een pleitnota zonder instemming van de Uwv. Verzoeker meende dat de rechter te veel positieve aandacht voor het Uwv had en dat de behandeling van de zaak niet zorgvuldig was. De behandelend rechter heeft echter aangegeven dat het toestaan van de pleitnota in lijn was met de procedurele gang van zaken en dat er geen sprake was van vooringenomenheid. De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking afgewezen, oordelend dat de vrees van verzoeker voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter E.J.M. Heijs en de leden G.M.G. Hink en J.P.A. Boersma, in aanwezigheid van griffier P.W.J. Hospel. De uitspraak werd openbaar gedaan op 16 november 2020.