Uitspraak
OVERWEGINGEN
19 januari 2016, met inachtneming van de nadere opmerkingen van Kazemier zoals vermeld onder 1.4, voldoende recht wordt gedaan aan de voor appellant op 27 april 2011 geldende beperkingen. Partijen zijn nog slechts verdeeld over de vraag of appellant met inachtneming van die beperkingen in staat is de in hoger beroep geselecteerde functies te vervullen.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 12 december 2012;
- bepaalt dat aan appellant per 27 april 2011 een uitkering op grond van de Wet Wajong toekomt;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 12 december 2012;
- veroordeelt het Uwv tot betaling aan appellant van een vergoeding van schade wegens overschrijding van de redelijke termijn tot een bedrag van € 667,-;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (het Ministerie van Justitie en Veiligheid) tot betaling aan appellant van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 1.333,-;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 2.865,50;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van