Uitspraak
13.6193 WIA, 14/5889 WIA
OVERWEGINGEN
31 juli 2007, ECLI:NL:CRVB:2007:BB3560, is overwogen is een zaak pas definitief beëindigd wanneer de geschillen die veroorzaakt door, gelieerd aan of in verband gebracht kunnen worden met dezelfde rechtsvraag onaantastbaar zijn beantwoord en uitgevoerd. Dit impliceert dat de verzoeken om veroordeling tot vergoeding in de proceskosten en tot schadevergoeding zodanig verbonden zijn met de hoofdzaak dat deze in het licht van artikel 6 EVRM moeten worden meegenomen bij de beoordeling van de redelijke termijn.
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep tegen de uitspraak van 6 oktober 2014 niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) tot vergoeding van schade tot een bedrag van € 3500,-;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een totaal bedrag van € 4.566,18;
- bepaalt dat het Uwv het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht tot een bedrag van
E.J.J.M. Weyers als leden, in tegenwoordigheid van P.B. van Onzenoort als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 31 juli 2019.