Uitspraak
OVERWEGINGEN
WW-uitkering. Het bedrag aan pensioen dat betrokkene vanaf 1 maart 2015 ontving had dus niet alleen betrekking op het eerdere arbeidsurenverlies, maar ook op het arbeidsurenverlies dat ten grondslag lag aan de onderhavige WW-uitkering. Bij een restrictieve toepassing van deze bepaling voldoet het bedrag aan pensioen dat betrokkene vanaf 1 maart 2015 ontving dan ook niet aan de in artikel 3:5 van het AIB opgenomen uitzondering. Het pensioen voldoet derhalve in zijn geheel niet aan de voorwaarden om dat bedrag buiten de korting te houden en dient daarom volledig op de WW-uitkering in mindering te worden gebracht.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover is bepaald dat appellant een nieuwe beslissing op het bezwaar dient te nemen met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen;
- herroept het besluit van 16 juni 2015 waarbij appellant het door betrokkene per 1 juni 2015 ontvangen pensioen in mindering heeft gebracht op betrokkenes WW-uitkering en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het besluit van 30 juli 2015;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige;
- veroordeelt appellant in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.485,-.