ECLI:NL:RBOVE:2019:498
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitleg begrip 'inkomsten' in relatie tot uitkeringen uit de Zwitserlevenpolis en wachtgeldregelingen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, hebben eisers, [eiser 1] en [eiser 2], een vordering ingediend tegen Menzis Beheer over de vraag of uitkeringen uit een Zwitserlevenpolis als 'inkomsten' moeten worden aangemerkt, waardoor deze in mindering zouden kunnen worden gebracht op hun wachtgeld. De eisers, die recht hebben op wachtgeld op basis van een regeling van Stichting De Burcht, stellen dat de uitkeringen uit de Zwitserlevenpolis geen inkomsten zijn zoals bedoeld in het wachtgeldreglement. Menzis Beheer heeft echter deze uitkeringen wel verrekend met het wachtgeld, wat heeft geleid tot een geschil.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitkeringen uit de Zwitserlevenpolis voortkomen uit een regeling die door de werkgever is getroffen ter compensatie van de afschaffing van de pré-VUT-regeling. De kantonrechter heeft de argumenten van eisers en Menzis Beheer zorgvuldig afgewogen. De rechtbank concludeert dat de uitkeringen uit de Zwitserlevenpolis wel degelijk als inkomsten moeten worden aangemerkt in de zin van het wachtgeldreglement, en dat de verrekening door Menzis Beheer rechtmatig is.
De vorderingen van eisers zijn afgewezen, en zij zijn veroordeeld in de kosten van de procedure. De uitspraak benadrukt de noodzaak om de definitie van 'inkomsten' in het kader van wachtgeldregelingen nauwkeurig te interpreteren, en bevestigt dat uitkeringen uit een prepensioenverzekering als zodanig kunnen worden aangemerkt.