ECLI:NL:CRVB:2017:2167
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toetsing van besluiten inzake bijstandsuitkeringen en beslaglegging
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die sinds juli 2013 bijstand ontvangt, heeft bezwaar gemaakt tegen de inhoudingen op haar bijstand ten behoeve van beslagleggers. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft de inhoudingen uitgevoerd, maar appellante betwist de rechtmatigheid hiervan. De Raad heeft vastgesteld dat het college de brieven van appellante niet correct heeft behandeld en dat de uitkeringsspecificatie en de brieven van het college als besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moeten worden aangemerkt. De Raad heeft geoordeeld dat het college ten onrechte het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat de rechtbank dit niet heeft onderkend. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep van appellante gegrond verklaard, waarbij het besluit van het college is vernietigd. Tevens is bepaald dat de bezwaren van appellante tegen de uitkeringsspecificatie ongegrond zijn. De Raad heeft het college veroordeeld in de proceskosten van appellante en het griffierecht vergoed.