ECLI:NL:CRVB:2016:8
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- J.F. Bandringa
- W.F. Claessens
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering en boete in bijstandszaken
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan over de herziening en terugvordering van bijstandsuitkering van appellant, alsook de opgelegde boete wegens schending van de inlichtingenverplichting. Appellant had bijstand aangevraagd op 16 januari 2013, maar heeft verzuimd te melden dat er medebewoners op zijn adres woonden. Na een onderzoek door de gemeente Velsen, werd vastgesteld dat appellant in de periode van 14 januari 2013 tot en met 24 september 2013 ten onrechte bijstand had ontvangen, omdat hij niet had gemeld dat zijn moeder en dochter bij hem inwoonden. De gemeente verlaagde de bijstandsnorm en vorderde een bedrag van € 1.984,93 terug. Tevens werd een boete van € 1.262,97 opgelegd, die later door de rechtbank werd verlaagd naar € 947,22. In hoger beroep heeft de Centrale Raad de boete vastgesteld op € 820,-, omdat appellant grove schuld kon worden verweten. De Raad oordeelde dat de boete in overeenstemming was met de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor bijstandsontvangers om volledig en tijdig informatie te verstrekken over hun woonsituatie.