ECLI:NL:CRVB:2016:3709
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand op basis van schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant, die sinds 16 februari 2011 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven heeft de bijstand van appellant opgeschort en later ingetrokken, omdat hij niet alle gevraagde informatie over zijn bankrekeningen had verstrekt. Appellant heeft in hoger beroep de aangevallen uitspraken van de rechtbank bestreden, die zijn eerdere bezwaren ongegrond verklaarden. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden door onvoldoende informatie te verstrekken over stortingen op zijn bankrekeningen. De Raad oordeelt dat het college terecht de bijstand heeft herzien en dat de terugvordering van te veel betaalde bijstand gerechtvaardigd is. De Raad heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank vernietigd en het college opgedragen om opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellant, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van appellant.