ECLI:NL:CRVB:2016:10
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering met betrekking tot boeteoplegging
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van bijstandsuitkering van betrokkene, die in hoger beroep is gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank. De Centrale Raad van Beroep heeft op 11 januari 2016 uitspraak gedaan. Betrokkene had bijstand aangevraagd op 4 augustus 2010, maar heeft niet alle bankrekeningen en financiële transacties gemeld. Dit leidde tot een herziening van de bijstand en een terugvordering van € 30.386,46. Daarnaast werd er een boete opgelegd van € 23.300,- wegens het niet tijdig verstrekken van juiste informatie. De rechtbank heeft de boete verlaagd naar € 1.990,-, maar zowel betrokkene als het college gingen in hoger beroep. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, maar oordeelde dat de boete van € 1.990,- evenredig was, gezien de financiële omstandigheden van betrokkene. De Raad oordeelde dat betrokkene de inlichtingenverplichting had geschonden, maar dat er geen sprake was van grove schuld. De boete werd uiteindelijk niet verder verlaagd, omdat betrokkene al een deel had terugbetaald. De Raad veroordeelde het college in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 496,-.