Uitspraak
OVERWEGINGEN
3 februari 2014. De reden van de terugvordering en de boete was dat betrokkene het Uwv niet heeft geïnformeerd over het voortduren van haar arbeidsovereenkomst gedurende drie maanden. Er is daarom sprake van schending van de inlichtingenplicht; betrokkene had de brief van de werkgever van 11 februari 2014 meteen na ontvangst aan Uwv moeten doorgeven. De verklaring van Mens vormde de onderbouwing voor de door Uwv aangenomen verminderde verwijtbaarheid, maar in die verklaring was geen reden gelegen om in het geheel geen verwijtbaarheid aan te nemen.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover daarbij het boetebesluit van 7 mei 2015 wordt herroepen en de uitspraak van de rechtbank in de plaats treedt van het bestreden besluit;
- herroept het boete besluit van 7 mei 2015;
- stelt het bedrag van de boete vast op € 783,54 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het door de rechtbank vernietigde besluit van 23 februari 2016;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 990,-.