ECLI:NL:CRVB:2015:4327
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering en beoordeling medische beperkingen en maatmaninkomen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 november 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv om geen WIA-uitkering toe te kennen. Appellant, die eerder als helpdeskmedewerker werkte, had zich ziek gemeld vanwege hartklachten en andere medische aandoeningen. Het Uwv had vastgesteld dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt was en hem daarom geen uitkering verleende. Na bezwaar had het Uwv appellant alsnog in aanmerking gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering, maar de rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond.
In hoger beroep voerde appellant aan dat zijn medische beperkingen door het Uwv waren onderschat, met name in verband met zijn bloeddruk. Hij verwees naar brieven van zijn cardioloog en resultaten van een Holteronderzoek. Daarnaast betoogde hij dat het Uwv zijn maatmaninkomen onjuist had berekend door geen rekening te houden met extra vakantiedagen en dat het dagloon te laag was vastgesteld, omdat een ingehouden solidariteitsbijdrage niet was meegenomen.
De Raad oordeelde dat het Uwv de medische beperkingen van appellant niet had onderschat en dat de berekening van het maatmaninkomen correct was. Ook werd vastgesteld dat de solidariteitsbijdrage in het refertejaar vorderbaar maar niet inbaar was, wat betekende dat het Uwv geen toepassing had hoeven geven aan de uitzonderingsbepaling van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellant af.