ECLI:NL:CRVB:2014:4418
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Stopzetting arbeidsmarkttoelage en niet-ontvankelijkheid bezwaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van appellant tegen de stopzetting van zijn arbeidsmarkttoelage. Appellant, werkzaam als brandwacht bij de Brandweer, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 24 januari 2013, waarin zijn arbeidsmarkttoelage met ingang van 1 februari 2013 voor een periode van twee jaar werd stopgezet. Het bezwaar dat appellant indiende op 26 februari 2013 werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het geen concrete gronden bevatte. De Raad oordeelde dat de brief van 15 maart 2013, waarin appellant aanvullende bezwaren aanvoerde, niet als aanvullend bezwaarschrift tegen het besluit van 24 januari 2013 kon worden aangemerkt, omdat deze brief expliciet gericht was tegen een eerder besluit van 19 januari 2012. De Raad benadrukte dat een bezwaarschrift, hoe summier ook, een concrete bezwaargrond moet bevatten. In dit geval voldeed het bezwaarschrift van 26 februari 2013 hier niet aan, en het dagelijks bestuur had de bevoegdheid om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke motivering in bezwaarschriften en de gevolgen van het niet tijdig aanvullen van ontbrekende gronden.