ECLI:NL:CRVB:2019:2974
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging opleiding rechter in opleiding na tussenbeoordeling en ontvankelijkheid bezwaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 september 2019 uitspraak gedaan over de beëindiging van de opleiding van een rechter in opleiding (rio) na een negatieve tussenbeoordeling. Appellante, die tijdelijk was aangesteld als rio bij de rechtbank, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het bestuur om haar opleiding te beëindigen. Het bestuur had de bezwaren van appellante niet-ontvankelijk verklaard, omdat de gronden van bezwaar te laat waren ingediend. De Raad oordeelde dat de gronden onverschoonbaar te laat waren ingediend, waardoor het bestuur bevoegd was om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. De Raad benadrukte dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en dat de inhoudelijke bezwaren van appellante niet voldoende waren onderbouwd. De Raad concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.