Uitspraak
20 627 PW, 20/794 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaarschrift van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. Appellant had op 23 september 2019 een aanvraag voor bijstand op grond van de Participatiewet ingediend, maar zijn aanvraag werd op 5 december 2019 buiten behandeling gesteld omdat hij niet alle gevraagde gegevens had ingeleverd. Appellant maakte bezwaar, maar het college verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk omdat het bezwaarschrift geen concrete gronden bevatte.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg oordeelde dat het college ten onrechte het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard, omdat het e-mailbericht van 10 januari 2020 wel degelijk gronden van bezwaar bevatte. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep echter geoordeeld dat de rechtbank onterecht heeft geoordeeld. De Raad stelde vast dat appellant in zijn bezwaarschrift niet duidelijk had gemaakt waarom hij het niet eens was met het besluit van het college. Het enkele feit dat appellant aangaf het besluit niet te begrijpen en dat het in strijd was met het motiveringsbeginsel, voldeed niet aan de eisen van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad concludeerde dat het college het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard en vernietigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank. De Raad verklaarde het beroep ongegrond, waardoor de beslissing van het college om de aanvraag buiten behandeling te stellen in stand bleef. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.