ECLI:NL:CRVB:2013:994
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van kinderbijslag op basis van verblijfsstatus en de Algemene Kinderbijslagwet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan over de weigering van kinderbijslag aan een appellant die geen verblijfsvergunning had. De appellant, geboren in Afghanistan, kwam in 2001 naar Nederland met zijn gezin. Na een afgewezen asielaanvraag heeft hij verschillende procedures gevoerd om een verblijfsvergunning te verkrijgen, die uiteindelijk in 2012 werd verleend. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) weigerde echter de aanvraag om kinderbijslag, omdat de appellant niet verzekerd was onder de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) vanwege het ontbreken van een verblijfstitel. De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak.
De Raad overwoog dat het onderscheid naar nationaliteit en verblijfsstatus in de AKW gerechtvaardigd is, en dat de weigering van kinderbijslag aan de appellant niet in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) of het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). De Hoge Raad had eerder geoordeeld dat het onderscheid in de AKW een legitiem doel dient en dat de wetgever ruime beoordelingsvrijheid heeft op het gebied van sociale zekerheid. De Raad concludeerde dat de weigering van kinderbijslag aan de appellant op basis van zijn verblijfsstatus een objectieve en redelijke rechtvaardiging heeft, en dat er geen schrijnende omstandigheden zijn die een uitzondering op het koppelingsbeginsel rechtvaardigen.
De uitspraak bevestigt dat de sociale zekerheid in Nederland niet automatisch recht geeft op uitkeringen voor vreemdelingen zonder geldige verblijfsstatus, en dat de verantwoordelijkheid voor de opvoeding en ontwikkeling van kinderen primair bij de ouders ligt. De Raad oordeelde dat de appellant niet kan worden uitgesloten van de verzekering voor de AKW op basis van zijn verblijfsstatus, maar dat dit in zijn geval niet leidt tot een recht op kinderbijslag.