Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 15 mei 2018 op het hoger beroep van:
(gemachtigde: mr. P.J. Kreijger),
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 15 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de Autoriteit Consument en Markt (ACM) betreffende boetes die zijn opgelegd aan een aanbieder van vliegtickets en pakketreizen. De ACM had de aanbieder beboet wegens overtredingen van de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc) en de Luchtverordening, specifiek voor het niet transparant vermelden van onvermijdbare kosten bij de prijs van vliegtickets en pakketreizen. De aanbieder had in de periode van 20 augustus 2015 tot 10 februari 2016 nagelaten om essentiële informatie over bijkomende kosten, zoals boekingskosten en servicekosten, duidelijk te vermelden op haar websites. De rechtbank Rotterdam had eerder het beroep van de aanbieder ongegrond verklaard, waarna de aanbieder in hoger beroep ging. Het College bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de opgelegde boetes van respectievelijk €150.000 en €200.000 passend waren. Het College oordeelde dat de ACM terecht had gehandeld en dat er geen strijd was met het gelijkheidsbeginsel, aangezien de aanbieder niet op dezelfde wijze had gehandeld als haar concurrenten. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in prijsinformatie voor consumenten en de verantwoordelijkheden van aanbieders in de reisbranche.