mw. mr. S. Hindriks-Roose

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing bijstandsaanvraag wegens onvoldoende bewijs van bijstandbehoevendheid en werkzaamheden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van bijstand aan appellant wegens onvoldoende bewijs van bijstandbehoevende omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering bijstandsuitkering wegens gezamenlijke huishouding. Hoger beroep niet succesvol.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van bijstand aan appellante op basis van kasstortingen en bijschrijvingen, zonder bewijs van leningen of dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van bijstand wegens gezamenlijke huishouding tussen appellante en appellant.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond; onvoldoende bewijs voor intrekking en terugvordering van bijstand.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en laat rechtsgevolgen van afwijzing verzoek om kwijtschelding in stand.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van bijstand over de periode van 7 september 2011 tot 19 juni 2012, maar handhaaft de intrekking vanaf 20 juni 2012 op basis van bevindingen tijdens een huisbezoek.

Hoger beroep over bijstandsmaatregelen wegens niet-nakoming van verplichtingen door appellant. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellant niet heeft aangetoond dat hij ziek was tijdens de medische keuring.

Hoger beroep van appellante tegen de ontzegging van bijstand wegens verblijf in het buitenland langer dan vier weken. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellante tegen de schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op bijstand met terugwerkende kracht, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de appellant, ondanks zijn beperkingen, in staat is 30 uur per week te werken. Het hoger beroep wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en handhaaft afwijzing bijstandsaanvraag en terugvordering voorschotten wegens schending medewerkingsverplichting.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending inlichtingenverplichting. Terugvordering gematigd op basis van medisch advies. Appellant veroordeeld in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank zich ten onrechte niet heeft uitgelaten over een wezenlijke beroepsgrond van appellante in de zaak van herziening en terugvordering van bijstand. De Raad bevestigt de overige delen van de uitspraak en veroordeelt het college in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat fictieve inkomsten uit hondenfokkerij terecht zijn verrekend met bijstandsuitkering. De intentie van betrokkene is niet relevant voor de beoordeling.