ECLI:NL:RVS:2024:3552
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening en bevestiging uitspraak rechtbank inzake asielaanvraag
Op 30 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening en hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 19 juli 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling werd genomen. De rechtbank verklaarde het beroep van de vreemdeling op 13 augustus 2024 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P.J. Schüller, en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter overwoog dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtsvraag die aan de orde was, was eerder door de Afdeling beantwoord in een uitspraak van 2 mei 2024, waarin de opvangvoorzieningen in Frankrijk voor Dublinclaimanten werden besproken. De vreemdeling had een AIDA-rapport ingediend, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat dit rapport geen wezenlijk ander beeld schetst van de situatie in Frankrijk dan reeds bekend was.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en de minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 30 augustus 2024.