Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Beoordeling bezwaar
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vernietigt beschikking I;
- vernietigt beschikking II;
- gelast de ontvanger het reeds terugbetaalde bedrag van € 445 aan invorderingsrente nog te vermeerderen met het over dit bedrag met ingang van de dag van betaling te berekenen bedrag aan wettelijke rente;
- gelast de ontvanger het aan belanghebbende terug te betalen bedrag van € 9.857 aan aanmaningskosten en dwangbevelkosten te vermeerderen met het over dit bedrag met ingang van de dag van betaling te berekenen bedrag aan wettelijke rente;
- veroordeelt de ontvanger tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn aan belanghebbende van € 128,21;
- veroordeelt de Minister tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn aan belanghebbende van € 1.538,46;
- veroordeelt de ontvanger in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.043;
- gelast dat de ontvanger het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 690 aan deze vergoedt; en
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: