ECLI:NL:HR:1999:AA2664
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- W. Fleers
- M. Beukenhorst
- A. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 6 mei 1998 werd gedaan. De zaak betreft een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende, aangeduid als X, is opgelegd voor het jaar 1993. Aan belanghebbende was aanvankelijk een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van f 93.185, maar later werd een navorderingsaanslag opgelegd met een verhoogd belastbaar inkomen van f 99.765, zonder verhoging. Belanghebbende maakte bezwaar tegen deze navorderingsaanslag, maar de Inspecteur handhaafde deze. Hierop ging belanghebbende in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur en de navorderingsaanslag vernietigde.
De Staatssecretaris van Financiën stelde beroep in cassatie in tegen deze uitspraak van het Hof. In cassatie werd vastgesteld dat er op of kort na 14 april 1995 een renseignement was binnengekomen bij de Inspecteur, dat specifiek betrekking had op belanghebbende. De Inspecteur stelde op 8 mei 1995 de elementen voor de primitieve aanslag vast, zonder over het renseignement te beschikken. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat het renseignement niet binnen een redelijke termijn was verwerkt. De Hoge Raad concludeerde dat het tijdsverloop van dertien werkdagen niet rechtvaardigde dat de verwerkingstijd als onredelijk werd beschouwd.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd bepaald dat de Staatssecretaris van Financiën het bedrag van f 150,-- terugbetaald zou krijgen, dat was gestort voor de vervanging van de mondelinge uitspraak bij het Hof. Dit arrest werd op 17 februari 1999 vastgesteld door de vice-president Stoffer en de raadsheren Zuurmond, Fleers, Beukenhorst en Monné, en in het openbaar uitgesproken.