Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
- De uitspraak van de inspecteur van 31 januari 2020 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting (hierna: IB) voor het jaar 2018 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 1.117 met aanslagnummer [aanslagnummer].H.86.01 (BRE 21/4761);
- De uitspraak van de inspecteur van 24 april 2020 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan hem gerichte ‘kennisgeving ingebrekestelling’ (hierna: de kennisgeving) van 11 februari 2020 (BRE 20/6427).
www.rechtspraak.nl(ECLI:NL:RBZWB:2021:3608).
1.Beslissing
- verklaart het beroep tegen de aanslag IB voor het jaar 2018 ongegrond;
- verklaart het beroep tegen de kennisgeving gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar tegen de kennisgeving;
- stelt de door de inspecteur verbeurde dwangsom vast op € 1.442;
- wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.068;
2.Gronden
“23-12-2019 en 07-02-2020”.
- de gevoerde relevante correspondentie, e-mails en telefoonaantekeningen;
- de ontbrekende oplegvellen van de bijlagen bij het verweerschrift;
- de e-mailberichten onder bijlage 14 bij het verweerschrift;
- de kennisgeving ingebrekestelling;
- een herstelde inventarislijst.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;