Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 1 februari 2019 in de zaak tussen
[eiseres], eiseres, te [woonplaats] , tezamen: eisers,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, die een aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen (AIO-aanvulling) ontvingen, en de Sociale Verzekeringsbank (SVB), die deze uitkering met terugwerkende kracht heeft ingetrokken. De SVB stelde dat eisers niet hadden gemeld dat zij een woning in Turkije bezaten, wat in strijd was met hun inlichtingenplicht. De rechtbank oordeelde dat de SVB terecht had gehandeld, omdat eisers niet hadden voldaan aan hun verplichtingen om informatie te verstrekken over hun vermogen. De rechtbank behandelde ook de vraag of het bewijs dat in Turkije was verkregen, rechtmatig was. Eisers voerden aan dat het bewijs in strijd was met het discriminatieverbod en dat de wijze van bewijsverkrijging onrechtmatig was. De rechtbank oordeelde dat de SVB bevoegd was om onderzoek te doen naar de juistheid van de verstrekte gegevens en dat er geen sprake was van ongerechtvaardigd onderscheid op basis van afkomst. De rechtbank concludeerde dat de intrekking van de AIO-aanvulling terecht was en dat het bewijs dat in Turkije was verkregen, gebruikt mocht worden in de besluitvorming. De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond.