ECLI:NL:CRVB:2018:806
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de medewerkingsverplichting bij het verstrekken van CIN-nummers in het kader van AIO-aanvulling
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de medewerkingsverplichting van appellanten in het kader van de aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen (AIO-aanvulling) en de rol van het CIN-nummer. Appellanten ontvingen bijstand van de Sociale verzekeringsbank (Svb) en werden verzocht hun CIN-nummers te verstrekken voor een onderzoek naar hun vermogen in Marokko. De Svb voerde een rechtmatigheidsonderzoek uit naar de AIO-aanvulling van alle AIO-gerechtigden, waarbij het CIN-nummer noodzakelijk werd geacht voor de verificatie van de verstrekte informatie. Appellanten weigerden echter hun CIN-nummers te verstrekken, wat leidde tot de opschorting en intrekking van hun AIO-aanvulling. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het CIN-nummer op zichzelf geen gegeven is dat van invloed kan zijn op het recht op AIO-aanvulling, maar dat de appellanten wel hun medewerkingsverplichting hadden geschonden door het niet verstrekken van deze nummers. De Raad bevestigde dat de Svb bevoegd was om de AIO-aanvulling op te schorten en in te trekken, omdat appellanten onvoldoende hadden meegewerkt aan het onderzoek. De uitspraak benadrukt de noodzaak van medewerking aan onderzoeken door de bijstandsverlenende instanties en de juridische basis voor het opvragen van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van de wet.