Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 6 april 2017 in de zaak tussen
[Namen] (tezamen hierna: [Naam]), te Den Haag eiseres,
Autoriteit Consument en Markt (ACM), verweerster,
Procesverloop
Overwegingen
Toelichting en operationalisering gedragsregel 5
verticaal geïntegreerde partijis. [Naam] koopt een relatief groot deel van de wholesalediensten bij zichzelf in (breedband- en telefonieaansluiting, vaste en mobiele gespreksafgifte en huurlijnen) en heeft daardoor ten opzichte van andere partijen relatief veel minder out-of-pocket kosten. Dit geeft [Naam] een voordeel, omdat zij daardoor meer bewegingsvrijheid in haar tariefstelling heeft. Een retailtariefstelling op het niveau dat gelegen tussen de incrementele en totale (integrale) kosten geeft [Naam] namelijk altijd nog een dekkingsbijdrage, terwijl andere partijen dan verlies (kunnen) maken, omdat zij een groter deel van hun wholesalediensten moeten inkopen bij [Naam]. In feite betekent de verticale integratie van [Naam] dat [Naam] de mogelijkheid heeft om haar tarieven te stellen op een niveau gelegen tussen de incrementele kosten en de totale kosten. Andere partijen die diensten inkopen bij [Naam] hebben die mogelijkheid niet zonder daarbij verlies te maken. Een tariefstelling waarin niet de totale kosten zijn meegenomen leidt namelijk zonder meer tot een verliesgevende prijs. De non-discriminatieverplichting is bedoeld om een
level playing fieldte creëren op wholesaleniveau, zodat efficiënte wholesale-afnemers een concurrerend aanbod op de downstream markt kunnen doen. Een wholesale price cap sluit niet uit dat [Naam] dit
level playing fieldkan verstoren door gebruik te maken van haar voordelen als verticaal geïntegreerde aanbieder.
Implementatietermijnen ND-5 verplichting
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover het de overtreding van de ND-5-verplichting betreft en voor zover het de boetehoogte betreft;
- bepaalt dat [Naam] een bestuurlijke boete aan [Naam] is verschuldigd van € 1.990.000,- wegens overtreding van de non-discriminatieverplichting en de transparantieverplichting;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit;
- bepaalt dat ACM aan [Naam] het betaalde griffierecht van € 334,- vergoedt;
- veroordeelt ACM in de proceskosten van [Naam] tot een bedrag van € 2.970,-.