Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 11 januari 2022 in de zaak tussen
het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant, verweerder
[vergunninghouder](vergunninghoudster), te Reusel.
Procesverloop
Overwegingen
- WUR Evaluatie geurverwijdering door luchtwassystemen bij stallen Deel 2: Steekproef rendement luchtwassers in de praktijk (maart 2018) en het vervolgrapport Metingen aan twee biologische combiluchtwassers door twee geurlaboratoria (juni 2019);
- Rapport van CDM “Analyse van de ammoniakemissie uit de landbouw in de periode 2005-2016” (november 2018);
- Rapport van CBS “Stikstofverlies uit opgeslagen mest” (oktober 2019);
- Eindrapport van het Adviescollege Meten en berekenen Stikstof (commissie Hordijk juni 2020);
- CDM-advies “Stikstofverliezen uit mest in stallen en mestopslagen” (juni 2020);
- WUR Onderzoek naar verbeterpunten voor combi-luchtwassers in de praktijk (november 2021) en bijgevoegd als bijlage aan de brief aan de Tweede Kamer van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat 30 november 2021 (verder: de Kamerbrief).
19 november 2020 en 30 november 2020 (beide berekeningen zijn gemaakt na de datum van verlening van de natuurvergunning).
artikel 6 van de Habitatrichtlijn. De Afdeling heeft in deze uitspraak geoordeeld dat verweerder er niet van kon uitgaan dat de methode voor de beoordeling van de gevolgen van de toename van stikstofdepositie in het Vlaamse Natura 2000-gebied in overeenstemming is met artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn. In deze zaak ziet de rechtbank geen aanleiding voor een ander oordeel.
Beslissing
de uitspraak te ondertekenen.