ECLI:NL:RBNHO:2013:10805
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van navorderingsaanslagen en boetes wegens onvoldoende voortvarendheid van de Belastingdienst
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan over de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (ib/pvv) en vermogensbelasting (vb) die aan eiser zijn opgelegd voor de jaren 1991 tot en met 2000. Eiser ontkent niet de rekeninghouder bij KB-Lux te zijn geweest, maar stelt dat de navorderingsaanslagen niet met voldoende voortvarendheid zijn opgelegd. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst niet tijdig heeft gehandeld, aangezien de benodigde gegevens al in maart 2002 beschikbaar waren, maar de aanslagen pas in mei en juni 2003 zijn opgelegd. Dit leidt tot de conclusie dat de navorderingsaanslagen voor de jaren 1991 tot en met 1997 en 1992 tot en met 1998 vernietigd moeten worden.
Daarnaast heeft eiser verzocht om een immateriële schadevergoeding van € 500 per half jaar wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank oordeelt dat de redelijke termijn voor de behandeling van de bezwaarschriften is overschreden en kent eiser een schadevergoeding toe van € 2.000. De rechtbank verklaart de beroepen met betrekking tot de navorderingsaanslagen ib/pvv 1998 tot en met 2000 en vb 1999 en 2000 ongegrond, maar vernietigt de uitspraken op bezwaar en de navorderingsaanslagen voor de jaren 1991 tot en met 1997 en 1992 tot en met 1998.
De rechtbank veroordeelt de Belastingdienst tot betaling van de immateriële schadevergoeding en de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 1.416. De uitspraak is openbaar gedaan op 12 november 2013.