ECLI:NL:HR:2010:BJ9092
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- P. Lourens
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Verenigbaarheid van navorderingsaanslag met EG-recht inzake buitenlandse tegoeden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 februari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de verenigbaarheid van een navorderingsaanslag met het Europese recht. De zaak betreft een beroep in cassatie van X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 18 januari 2006. De Hoge Raad heeft eerder aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen vragen gesteld over de toepassing van de navorderingstermijn in relatie tot buitenlandse tegoeden. Het Hof van Justitie heeft op 11 juni 2009 geoordeeld dat de artikelen 49 en 56 EG niet in de weg staan aan een langere navorderingstermijn voor buitenlandse tegoeden, mits er geen aanwijzingen zijn voor het bestaan van deze tegoeden. Dit arrest heeft geleid tot de beoordeling van de rechtmatigheid van de navorderingsaanslag die aan belanghebbende is opgelegd.
De Hoge Raad concludeert dat de belastingautoriteiten van een lidstaat een langere navorderingstermijn mogen toepassen voor buitenlandse tegoeden, wanneer deze tegoeden zijn verzwegen en er geen aanwijzingen zijn voor het bestaan ervan. De rechtvaardiging voor deze langere termijn is gelegen in de effectiviteit van fiscale controles en het bestrijden van belastingfraude. De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur niet onbeperkt gebruik kan maken van zijn bevoegdheid om een navorderingsaanslag op te leggen, en dat de redelijke termijn van berechting in acht moet worden genomen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarbij de proceskosten niet zijn toegewezen.
De uitspraak van de Hoge Raad biedt belangrijke inzichten in de toepassing van het Europese recht op nationale belastingwetgeving, met name in het kader van de navordering van belasting over buitenlandse tegoeden. De zaak benadrukt de noodzaak voor belastingautoriteiten om zorgvuldig om te gaan met de termijnen voor navordering en de rechten van belastingplichtigen.