Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 31 augustus 2022 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid).
Procesverloop
Overwegingen
De rechtbank moet daarom ambtshalve beoordelen of nog sprake is van voldoende procesbelang. Verweerder heeft niet betwist dat eisers moeder hem in de betrokken periode daadwerkelijk ondersteuning (in ieder geval in de vorm van begeleiding) heeft verleend, en dat hiervoor betaling kan worden verlangd. Eiser heeft een pgb ontvangen volgens het informele tarief. Hij wil echter een hoger pgb voor meer uren en volgens het formele tarief. Omdat eiser een financiële aanspraak heeft, heeft hij (nog altijd) belang bij een inhoudelijk oordeel over het bestreden besluit. De rechtbank acht daarom procesbelang aanwezig. [4]
Onder gebruikelijke hulp wordt verstaan de hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten. Deze definities van gebruikelijke ondersteuning en hulp staan in artikel 1.1 van de Verordening.
5.5 Eiser kan, gezien artikel 3.1, eerste lid, van de Verordening, geen aanspraak maken op een maatwerkvoorziening, wanneer deze wordt gevraagd voor gebruikelijke zorg. De rechtbank is van oordeel dat de door eiser gevraagde voorziening hulp bij het voeren van een huishouding in zijn geval gebruikelijke zorg is. Eiser woont in bij zijn moeder en maakt deel uit van haar huishouding. Eisers moeder heeft ter zitting gezegd dat zij haar huishouding zelf doet. Zij heeft niet aannemelijk gemaakt dat die activiteiten de gebruikelijke zorg overstijgen. Uit het rapport van Argonaut van 26 oktober 2020 blijkt dit niet. Daarom is niet aannemelijk dat eiser is aangewezen op de gevraagde maatwerkvoorziening. Voor het activeren en aansturen van eiser door de moeder bij het doen van huishoudelijke taken, is door verweerder tijd geïndiceerd onder de maatwerkvoorziening begeleiding informeel. Verweerder heeft de maatwerkvoorziening hulp bij het voeren van een huishouding daarom terecht ingetrokken.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de beslissing op bezwaar van 21 oktober 2021;
- vernietigt het bestreden besluit van 18 december 2019, voor zover gewijzigd met het besluit van 9 december 2020;
- bepaalt dat deze uitspraak voor het vernietigde deel van het bestreden besluit in de plaats komt;
- bepaalt dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht, te weten € 48,-, vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.901,52;
- veroordeelt de Staat tot vergoeding van schade aan eiser tot een bedrag van € 500,-;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van schade aan eiser tot een bedrag van € 500,-.