III. De bewezenverklaring en de bewijsvoering
4. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
1. “hij op tijdstippen in de periode van 20 juli 2019 tot 08 december 2019 te [plaats] met zijn, verdachtes, minderjarige zoon, [slachtoffer 1] , geborgen [geboortedatum] 2011, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het
- betasten van de penis van die [slachtoffer 1] en/of
- laten betasten en/of laten aftrekken van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 1] ;”
2. “hij op tijdstippen in de periode van 20 juli 2019 tot 11 november 2019 te [plaats] met zijn, verdachtes, dochter, [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2007, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , namelijk het
- wrijven met zijn, verdachtes, vinger(s) over de clitoris van die [slachtoffer 2] , terwijl die [slachtoffer 2] aan zijn zorg en waakzaamheid was toevertrouwd;”
3. “hij op tijdstippen in de periode van 20 juli 2019 tot 08 december 2019 te [plaats] met zijn, verdachtes, minderjarige dochter, [slachtoffer 2] , geboren [geboortedatum] 2007, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het
- betasten en/of bevoelen van en/of wrijven over de vagina van die [slachtoffer 2] en/of
- betasten en/of knijpen in de borsten van die [slachtoffer 2] en/of
- laten betasten en/of laten aftrekken van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 2] .”
5. Het hof heeft deze bewezenverklaringen doen steunen op de volgende bewijsmiddelen:
“1. De verklaring van de verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 17
oktober 2023, voor zover inhoudende:
U houdt mij voor dat [slachtoffer 1] heel specifiek verklaard heeft over wat er dan gebeurde en hoe mijn piemel er dan uitzag.
U houdt mij verder voor dat ik heb verklaard dat ik nooit naakt in huis rondliep en u zegt mij dat u ervan uitgaat dat hij mij ook nooit geslachtsgemeenschap heeft zien hebben met mijn partner. Dat klopt.
U vraagt mij of ik ooit vernomen heb dat [slachtoffer 1] weleens moest huilen als hij naar mij toe moest. Nou, ik heb het niet gemerkt,, maar wel gehoord. Althans ik merkte wel dat [slachtoffer 1] aanhankelijk was aan zijn moeder als zij bij mij voor de deur stonden.
2. Het proces-verbaal informatief gesprek zeden (p. 1e.v.) voor zover inhoudende:
als relaas van de verbalisanten:
7 december 2019 zijn de kinderen voor het laatst bij vader geweest.
Wanneer is het gebeurd: Tussen juni 2019 en 8 december 2019.
3. De verklaring van de verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 13
februari 2023, voor zover inhoudende:
Ik woon aan de [a-straat 1] te [plaats] . De kinderen kwamen om het weekend bij mij. U vraagt mij om het bedritueel te beschrijven. [slachtoffer 1] ging ongeveer om 20.00 uur naar bed. [slachtoffer 2] mocht wat langer opblijven. [slachtoffer 1] ging boven zijn tanden poetsen en dan lazen we een boekje en bespraken we de dag. [slachtoffer 2] en mijn nieuwe partner waren beneden als [slachtoffer 1] naar bed ging. Bij [slachtoffer 2] ging het bedritueel hetzelfde. Het badderen gebeurde meestal op zaterdagavond na het sporten. Meestal ging [slachtoffer 1] eerst en daarna [slachtoffer 2] .
Ik ben meer dan 10 jaar geleden besneden. Ik heb dat nooit verteld. Ik heb nooit mijn piemel laten zien aan [slachtoffer 2] .
4.
Het proces-verbaal van aangifte door [aangeefster] , opgemaakt op 7 januari 2020, voor zover inhoudende (p. 31 e.v.):
als relaas van de verbalisanten:
Zij deed aangifte namens haar beide kinderen:
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] en
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] .
als verklaring van [aangeefster] :
Ik heb de kinderen na het informatieve gesprek thuis gehouden. Mijn ex stond toen voor de deur waarom de kinderen niet naar hem kwamen. Ik heb toen aangegeven dat het voor de veiligheid van de kinderen was. Hij was daar wel boos over. Ik heb aangegeven dat ik de huisarts en de politie had ingelicht. Eigenlijk de enige reactie die ik kreeg was van: ow dan komen ze mij van mijn werk halen en dan raak ik misschien mijn baan kwijt. Maar eigenlijk kreeg ik niet de vraag waarom het was.
Ik kom aangifte doen van het feit dat mijn kinderen mij verteld hebben dat hun vader, dat is [verdachte] , aan hun heeft gezeten, aan hun geslachtsdelen.
Hij woont nu aan de [a-straat 1] in [plaats] .
Waar zou het dan wel gebeurd moeten zijn?
- Op de [a-straat 1] te [plaats] . Daar woont [verdachte] sinds we gescheiden zijn.
Hoe weet je dan dat het op de [a-straat] gebeurd zou moeten zijn?
- Van de verhalen van de kinderen. Die vertelden dat het op de slaapkamers van de kinderen en in de slaapkamer van [verdachte] gebeurd zou moeten zijn. En [verdachte] heeft geen ander huis en bij zijn huidige vriendin slapen ze niet.
Kun jij de tijdlijn schetsen?
- We zijn 16 jaar bij elkaar geweest, rond de zomervakantie van 2018 zijn we officieel gescheiden. Dat is inmiddels 1,5 jaar geleden.
Hoe ging het als ze naar papa moesten?
Dat ging heel goed tot aan de zomervakantie van 2019. Ze gingen een week en een lang weekend naar hun vader. Na die week en in de week zelf heb ik foto's gekregen van mijn dochter van ik mis je zo. Na die tijd heb ik best vaak [slachtoffer 1] huilend naar zijn papa moeten brengen. Ik heb daar nooit iets achter gezocht. Ze misten mij echt, ze hadden heimwee naar mij.
Ik moest mijn zoontje echt huilend naar zijn vader brengen, ook tijdens de weekenden na de zomervakantie. Na de herfstvakantie moest ik hem echt huilend van mij aftrekken toen ik met hem voor de deur stond, bij zijn vader.
Hoe ging het na de herfstvakantie met [slachtoffer 1] en het bezoek aan zijn vader?
Na de herfstvakantie vond ik het steeds erger worden.
Op welk moment is er bij jou iets ter ore gekomen waardoor je verder bent gaan denken?
Op woensdag 11 december 2019. Mijn vriend kwam op een gegeven moment thuis, hij kwam thuis van zijn werk en zou gaan douchen. [slachtoffer 1] kwam, ook achter mij aan en maakte een opmerking: "Ja, ik kom kijken hoe groot zijn stengel is". Met stengel bedoelt [slachtoffer 1] een piemel. Wij hebben de afspraak dat de kinderen beneden blijven tijdens het douchen van mijn vriend en andersom is dat ook zo. Nadat ik had gezegd dat hij even normaal moest doen maakte [slachtoffer 1] nog een opmerking. Hij zei: "Ja maar bij papa mag ik hem ook zien, ik mag er dan ook aanzitten en dan wordt hij groter". Ik had [slachtoffer 1] naar beneden gestuurd en ik ben toen naar beneden gegaan. Ik vroeg aan [slachtoffer 1] : "Wat praat jij nou voor raars? Aan papa zijn piemel zitten?" [slachtoffer 1] zei toen zoiets van dat ze aan elkaars piemel zaten. Hij bij papa en papa bij [slachtoffer 1] . Hij maakte toen ook een aftrekkende beweging en zei hierbij: "Ja, dan wordt hij groot". Later zei [slachtoffer 1] nog: “Ik lieg echt niet. Nou, dan vraag je het toch zo meteen aan papa?"
Toen werd mijn dochter thuis afgezet. Ik zag dat [slachtoffer 2] uitstapte. Ik sprak mijn ex aan en zei dat [slachtoffer 1] had aangegeven dat ze aan elkaars piemel zitten. [slachtoffer 2] was daar niet bij.
Ik ging terug naar binnen. [slachtoffer 2] merkte wel dat er iets was.. [slachtoffer 2] bleef toen doorvragen wat er was. Ik zei toen: " [slachtoffer 1] heeft aangegeven dat er aan de piemel van elkaar was gezeten. De piemel van papa en [slachtoffer 1] ". Op dat moment zei [slachtoffer 2] : "Mama, wij moeten vanavond ook even praten".
Ik wilde eerst [slachtoffer 1] rustig naar bed hebben omdat ik rustig met [slachtoffer 2] wilde praten. Ik heb toen [slachtoffer 1] naar bed gebracht.
Heeft [slachtoffer 1] nog wat verteld toen je hem op bed had gelegd?
Toen ik terug binnenkwam bij [slachtoffer 1] had ik nog wel even tegen [slachtoffer 1] gezegd dat papa had gezegd dat het niet waar was. Hij reageerde toen heel boos. Misschien dat [slachtoffer 2] daarom wel bleef vragen wat er dan was.
Op haar slaapkamer vroeg ik aan [slachtoffer 2] of zij haar verhaal wilde vertellen. Wat er met haar gebeurd was, of er iets was wat ze wilde vertellen.
[slachtoffer 2] vertelde dat zij aan zijn piemel moest zitten. Ze maakte ook aftrekkende bewegingen. En dat hij aan haar blote vagina zat. Ze wees op het plekje waar haar clitoris zit. Ze wees naar het gebied van haar vagina /clitoris. Dat ze daar aan zat, dat hij daar naar keek. Ze heeft het ook over bloot kroelen. Bloot tegen elkaar aan liggen. [slachtoffer 2] ging huilen.
Het enige wat ik wel eens hoor is dat beide kinderen geen nee durfden te zeggen. Ik hoorde ook wel eens dat mijn zoontje zei dat hij een tik kreeg van zijn vader.
[slachtoffer 2] heeft wel eens gezegd dat ze het niet wilde en dat het dan stopte.
In de kerstvakantie kwam het beste vriendje van [slachtoffer 1] spelen. En ineens maakte hij een opmerking: "Ik mag niet naar papa want papa zit aan mijn piemel". Ik heb aan [slachtoffer 1] gezegd dat er dingen waren gebeurd die niet oké zijn. Dat we dat eerst moeten oplossen. En dat snapte [slachtoffer 1] wel. Hij zei toen bijvoorbeeld: maar als ik dan nee zeg, dat papa dat niet moet doen. Mag ik dan wel naar papa? Want hij mist papa wel heel erg. Dat benoemt hij ook. Hij voelt, zich ook schuldig en zegt dan dat hij geen nee kon en kan zeggen. Ik wil dus niet expliciet benoemen waarom hij niet haar papa mag.
[slachtoffer 1] heeft in gesprekken, na het informatieve gesprek verteld dat hij geen nee durfde te zeggen tegen papa. [slachtoffer 1] vertelde dat het in het bed en in de slaapkamer van papa was gebeurd, als zijn vriendin er niet bij was of bij het naar bed brengen. Tijdens ons huwelijk is [verdachte] besneden. [slachtoffer 1] heeft nog wel eens gezegd dat, terwijl hij aan de piemel van papa zat en aftrekkende bewegingen maakte, dat papa daar geen velletje meer had. [slachtoffer 1] kan dit eigenlijk niet goed weten omdat [verdachte] altijd zo preuts was. [slachtoffer 2] heeft het hier ook wel over gehad.
[slachtoffer 2] vertelde dat ze aan papa zit en dat papa aan haar zit. Ik heb wel eens gevraagd of het bij papa in bed was dat bloot kroelen. Ze vertelde dan ook wel dat ze ‘s nachts wel eens wakker gemaakt werd.
5.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 2] , opgemaakt óp 17 januari 2020, voor zover inhoudende (p. 42 e.v.):
als verklaring van de getuige [slachtoffer 2] :
Dat papa aan mij zit op plekken die niet mogen, de vagina en mijn borsten.
En wanneer doet papa dat?
- Door het weekend, soms ‘s-avonds en soms zelfs ‘s nachts.
Dan zegt papa dat ik me uit moet kleden, dat ik mijn onderbroek uit moet doen, maar dat wil ik niet. Meestal wel ieder weekend dat ik bij papa ben. En van papa moet ik ook aan zijn ding zitten, maar dat wil ik niet, want dat vind ik vies.
Wat bedoel je met zijn ding?
- Zijn piemel.
Dit is gebeurd op zijn bed, op zijn slaapkamer.
Waar is papa zijn kamer?
- Op de slaapverdieping, op de eerste verdieping.
Ik kom de deur binnenlopen. Ik wil dan op bed gaan liggen met mijn kleren, aan. Dan hoor ik papa zeggen: "doe je kleding even uit, dat ligt toch veel lekkerder". En dan zeg ik dat ik dat helemaal niet wil. En dan zit ie aan me en zit aan plekken waaraan ik niet wil dat hij zit en waaraan hij ook niet mag zitten. Dat zeg ik dan ook. Ik zeg dan "Stop ermee, ik vind het niet leuk, ik wil dit niet", maar ja ik kan niet weg, want hij staat boven mij, hij is mijn vader, en ik ben ook bang van hem, omdat ik niet weet wat hij gaat doen, dus zover ga ik niet.
Wat doet papa als jij zegt dat je het niet wilt?
Of hij stopt ermee, of hij gaat door en als ie stopt, dan gaat ie op een later tijdstip ermee door.
Dat was voor de zomervakantie van afgelopen jaar [het hof begrijpt: 2019], dat was de eerste zomervakantie dat ik een week bij mijn vader was. Toen begon het dat ik mijn onderbroek aan mocht houden. Toen ging hij ook aan mij zitten en zo. Aan mijn borsten met zijn handen. Het is altijd op mijn vaders kamer geweest. Hij ging erin knijpen en toen ging hij ook nog aan mijn plasser zitten, toen mijn onderbroek uitging. En na die drie of vijf keer moest ik gewoon alvast mijn onderbroek uit. Ging hij aan mijn plasser zitten. Hij ging dan hier aanzitten (wijst de schaamlippen aan) en hij ging met zijn vinger net boven het plasgaatje zitten. Dan ging hij heel de tijd heen en weer, snel heen en weer, een soort massage op dat plekje. Ik vond dat echt niet fijn, ik wilde gewoon dat hij daarmee stopte. Ik zei dan: "Stop er alsjeblieft mee, ik wil dit niet meer". Hij stopte soms, maar dan wist ik toch dat het de volgende dag of op een ander moment, gebeurde.
Er zit daar op dat plekje een bobbel.
En waar was jij dan op het moment dat papa dat met jou deed, hoe was jouw houding?
Papa lag op zijn rug bij het hoofdeinde, ik lig dan met mijn benen in zijn richting. Ik moet mijn benen omhoog doen, want papa zegt dan dat hij er makkelijker bij kan. Papa houdt dan mijn benen omhoog. Hij houdt dan met zijn ene hand mijn benen omhoog en met de andere gaat ie aan dat kruisje zitten. Papa ligt dan of hij zit. Soms moet ik ook naast hem liggen en soms moet ik ook op hem liggen.
Vertel eens over op hem liggen?
Dan moet ik met hem kroelen. Gewoon zoals je normaal kroelt met kleding, dat moest ik dan doen, maar dan bloot. Gewoon kroelen. En als ik dan naast hem lig, dan gaat ie aan mijn borsten zitten. Maar meestal als hij mijn benen omhoog houdt en aan mijn kruisje zit, dan zit hij op bed. Mijn buik raakt zijn buik en mijn benen zitten op zijn plasser. Daar doet papa mijn benen juist op zijn plasser opleggen. Ik leg mijn benen juist gespreid neer, want ik vind het vies.
De plasser van papa mist dat velletje. Dan moet ik dit stukje (wijst dan de punt aan van de piemel) heen en weer bewegen. Dan komt daar wit uit, dat heet sperma maar dat wil papa niet en ik ook niet, dus daarvoor zegt hij dan stop.
Je legde uit dat papa je benen op zijn plasser legt en dat jij dan je benen weer wijd doet. Je sprak ook dat je soms naast hem ligt?
Ik lig naast papa en hij gaat dan met zijn handen daar aan zitten (wijst naar haar borsten). Hij doet een beetje zacht knijpen en wrijven.
[…]
Je legde uit dat papa je benen op zijn plasser legt en dat jij dan je benen weer wijd doet. Je sprak ook dat je soms naast hem ligt?
Ik lig naast papa en hij gaat dan met zijn handen daar aan zitten (wijst naar haar borsten). Hij doet een beetje zacht knijpen en wrijven.
Je hebt ook gezegd dat jij aan papa zijn piemel moet zitten. Vertel eens?
Dan moet ik dit stukje (wijst dan de punt aan van de piemel) heen en weer bewegen. Daar komt dan wit uit, dat heet sperma maar dat wil papa niet en ik ook niet, dus daarvoor zegt hij dan stop.
Waarmee moest jij de piemel van papa heen en weer bewegen?
Met mijn handen.
Hoe wist je dan dat dit moest?
Dat legde papa aan mij uit.
Ik zou het allerliefste willen dat dit nooit gebeurd was. Maar nu wil ik gewoon dat het opgelost wordt en dat ik over een paar weken of een maand ofzo weer naar papa toe kan. Want hij heeft ook een leuke kant.
Niemand heeft er ooit iets van gezien. [slachtoffer 1] heeft het nooit van mij gezien, maar ik heb het ook niet van [slachtoffer 1] gezien. Ik hoorde van mijn moeder dat er iets met hem was gebeurd. Als er bij mij aan die plekken wordt gezeten, dan zal dat bij hem ook wel gebeurd zijn.
En als je dan ‘s-nachts werd wakker gemaakt, hoe ging het dan?
Dan moest ik mee naar zijn kamer, maar ik was moe en niet in een goede bui. Dat is maar rond de 5 minuten, omdat ik geen zin heb om in de nacht wakker te worden. Dan moest ik me weer helemaal aankleden en ging ik terug naar mijn kamer. Meestal ‘s-nachts gebeurde het bloot kroelen of naast elkaar kroelen.
Het proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige] , opgemaakt op 23 januari 2020, voor zover inhoudende (p. 30 e.v.):
als verklaring van de getuige [getuige] :
Het begon eigenlijk dat [slachtoffer 1] af en toe opmerkingen plaatste: "heb jij een grote stengel?" en toen kwam de opmerking: "bij mijn vader doen we weleens kijken en voelen", best een raar iets om uit een jongetje van 8 te horen. Dat was op een woensdagavond.
De specifieke dingen houdt [aangeefster] voor me achterwege. Ik weet dat [verdachte] , hun vader, weleens bij [slachtoffer 2] in bed kwam. Meer dingen weet ik niet. Voor dit geval dat hij dat zei, dat [slachtoffer 1] altijd vreselijk huilde, niet normaal als hij naar zijn vader toe moest. We zaten een keer bij [slachtoffer 1] oma, de moeder van [aangeefster] , op de verjaardag van oma, dat [slachtoffer 1] niet stil te krijgen was, omdat hij daarna weer naar zijn vader moest. Wij wisten op dat moment niet waarom hij niet naar zijn vader toe wilde.
[slachtoffer 1] heeft gezworen dat de opmerking over zijn vader echt wel waar was en dat we dat maar aan zijn vader moesten vragen. En dat als zijn vader nee zou zeggen, dan zou zijn vader een leugenaar zijn. Dit herhaalde [slachtoffer 1] een aantal keer.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 28 januari 2020, voor zover inhoudende als uitwerking van het studioverhoor van de getuige [slachtoffer 1] (pagina 66 e.v.):
als verklaring van de getuige [slachtoffer 1] :
Verhoorder: Nou zeg maar je komt dan uit bad.
[slachtoffer 1] : Ja.
Verhoorder: Of onder de douche vandaan.
[slachtoffer 1] : Ik ga me eerst wel afdrogen.
Verhoorder: Ja.
[slachtoffer 1] : En dan gaan we naar papa’s kamer om te kroelen. En dan gaat hij soms aan m’n ding zitten.
Verhoorder: En wat gebeurt er dan?
[slachtoffer 1] : Dan gaan we soms naar papa’s kamer en dan gaan we soms heel eventjes kroelen en dan doe ik m'n onderbroek naar beneden en dan zegt die nog een klein stukje.
Verhoorder: Ja, in het weekend. Je hebt gelijk. Je hebt me goed verbeterd. In het weekend, ga je naar papa.
[slachtoffer 1] : Ja.
Verhoorder: En als je dan bij papa bent.
[slachtoffer 1] : Ja.
Verhoorder: Hoe vaak gebeurt het dan wat je me net verteld hebt over het kroelen en dat hij aan jouw ding zit?
[slachtoffer 1] : Kroelen doen we soms en hij zit ook soms aan m'n ding.
Verhoorder: En dan maakt hij een heen en weer makende beweging wat je net deed.
[slachtoffer 1] : Ja.
Verhoorder: Om te kijken of die dan groot wordt.
[slachtoffer 1] : Ja.
Ja, ik heb zo'n drie keer, drie keer bij hem gedaan. Hij doet het ofzo tien keer bij mij.
Verhoorder. Nee. Hé en ehm ... wat heb je dan bij papa moeten doen?
[slachtoffer 1] : Ook soms aan z'n ding zitten.
Verhoorder: Maar waar, waar in het huis is dat dan?
[slachtoffer 1] : Ook in papa’s slaapkamer.
Ik doe het soms hetzelfde bij hem dan, want ik durf eigenlijk geen nee tegen papa te zeggen.
Verhoorder: En wie doet de onderbroek dan naar beneden?
[slachtoffer 1] : Ik doe het bij mij zelf en papa doet het bij hem zelf.
Ik weet dat zijn ding niet groter kan worden, want hem is al helemaal groot en kan niet groter worden want mijn binnenkant is al helemaal uitgegaan bij hem.
Verhoorder: En wat doe je dan met je hand?
[slachtoffer 1] : Hetzelfde als wat hij bij jou doet. Hem zijn wordt niet kleiner en hem z’n wordt ook niet groter.
Dat ik soms huilend naar papa ga omdat ik, omdat die me soms pijn doet en dat vind ik dan niet leuk.
Ja, het doet pijn als hij aan mijn ding zit.
Hem ze is wel heel hard, want hij kan niet meer groter worden. Hem ze staat rechtop. Hij staat eigenlijk nooit schuin of naar beneden. Ja, hij zat elke keer omhoog. Mijn buitenkant komt er niet uit. Alleen als je zo doet [doet voor, maakt beweging van aftrekken]. Alleen bij papa, bij papa staat die wel er uit.
Ik zie papa’s piemel alleen in bed bij papa.”
6. In aanvulling op de bewijsmiddelen heeft het hof de volgende nadere bewijsoverweging in het bestreden arrest opgenomen:
“De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep – overeenkomstig zijn overgelegde en in het dossier gevoegde pleitnota – op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De verdediging heeft daartoe – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat het wettig bewijs voor de tenlastegelegde handelingen ontbreekt, omdat naast de verklaringen van de kinderen en de aangifte van moeder namens hen, geen bewijs voorhanden is dat niet afkomstig is uit dezelfde bron. De verdediging heeft voorts aangevoerd dat er discrepanties bestaan tussen hetgeen is verklaard tijdens het eerste informatieve gesprek met [aangeefster] , de moeder van de kinderen, de later door haar in het kader van de aangifte afgelegde verklaring en de verklaringen van de kinderen. Dit maakt volgens de verdediging dat niet gesteld kan worden dat de verklaringen consistent en derhalve authentiek en betrouwbaar zijn.
Uit de rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat – bij seksueel misbruikzaken – waar het veelal gaat om zaken waarin slechts twee personen (een dader en een slachtoffer) aanwezig zijn geweest – het gebruik van steunbewijs in de vorm van zogenaamd schakelbewijs onder omstandigheden is toegelaten. Voor de bewezenverklaring van een feit wordt in dat geval mede redengevend geacht de – uit één of meer bewijsmiddelen blijkende – omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was. Daarbij moet het gaan om bewijs ten aanzien van die andere feiten dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit, zoals een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van de verdachte, ook wel aangeduid als modus operandi. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een overeenkomende modus operandi kunnen betrokken worden de feitelijke gang van zaken, ten aanzien van de betreffende feiten, waaronder begrepen de context waarbinnen zij zich hebben afgespeeld, de omstandigheden waarmee zij zijn omgeven en het desbetreffende handelen, van de verdachte alsmede de verklaringen die de verdachte daarover heeft afgelegd. Daarbij kan het bewijs over en weer redengevend worden geacht, ook als geen enkel feit afzonderlijk – dus los van de schakelbewijsconstructie – wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Overwegingen met betrekking tot de betrouwbaarheid van de verklaringen van de kinderen
Het hof volgt de verdediging niet in haar standpunt ten aanzien van de betrouwbaarheid van de aangifte door moeder en de verklaringen van de kinderen. Het hof is van oordeel dat de kinderen bij de politie op hoofdlijnen consistente, gedetailleerde, authentieke en specifieke verklaringen hebben afgelegd over de inhoud van de seksuele handelingen die zij hebben ondergaan en hebben moeten verrichten, zeker wanneer daarbij de zeer jeugdige leeftijd van de kinderen ten tijde van het afleggen van die verklaringen in aanmerking wordt genomen.
Zo heeft de dochter van de verdachte verklaard dat zij een stukje van de piemel heen en weer moest bewegen – zij wees de punt aan – en dat daar dan "wit" uit komt: maar dat papa dat niet wilde en zij ook niet dus dat hij daarvoor dan stop zei.
De zoon van de verdachte heeft de penis van de verdachte in erectie als volgt beschreven: "Hem ze staat rechtop. Hij staat eigenlijk nooit schuin of naar beneden. Hij zat elke keer omhoog. (...) Mijn buitenkant komt er niet uit. Alleen als je zo doet (doet voor, maakt bewegingen van aftrekken). Alleen bij papa,, bij papa staat die wel er uit. (...) Aan papa's ding zitten. Maar ik weet dat die niet groter kan worden. Ik weet dat die niet groter kan worden, want mijn binnenkant is al helemaal uitgegaan bij hem.”
Het hof is van oordeel dat de discrepanties tussen de verklaringen slechts zien op ondergeschikte onderdelen en niet afdoen aan de kern van hetgeen de kinderen verklaren en hetgeen hun moeder namens hen heeft verklaard.
Overwegingen steunbewijs
Het hof stelt vast dat uit de door de beide kinderen afgelegde verklaringen volgt dat er overeenkomsten bestaan in de modus operandi van de verdachte ten aanzien van hetgeen hem wordt verweten.
De beide kinderen hebben verklaard dat de seksuele handelingen in de regel op weekenddagen – te weten op vrijdag of zaterdag – ‘s-avonds boven plaatsvonden in de slaapkamer van verdachte, wanneer er met de verdachte gekroeld werd op het bed van verdachte. De kleding van de kinderen (en van de verdachte) moest dan uit of naar beneden. Voorts hebben beide kinderen verklaard dat zij handelingen moesten verrichten aan de penis van de verdachte .
Het hof is van oordeel dat het om overeenkomsten op essentiële punten gaat. Gelet hierop is het hof van oordeel dat de verklaringen van de kinderen als schakelbewijs kunnen dienen. Het hof zal de verklaringen dan ook over en weer gebruiken als steunbewijs voor de ten laste gelegde feiten.
De wijze waarop beide kinderen hebben verklaard over het besneden geslachtsdeel van de verdachte acht het hof niet alleen authentiek. De verklaringen worden ook ondersteund door de verklaring van de verdachte dat hij inderdaad besneden is en dit nooit aan de kinderen heeft verteld. De eigen verklaring van de verdachte op dit punt beschouwt het hof – evenals de rechtbank – derhalve als steunbewijs. Weliswaar heeft de verdachte verklaard dat hij zijn penis ooit aan zijn zoon heeft laten zien, maar het hof acht niet aannemelijk dat de verdachte toen zijn penis in erectie heeft getoond. Het hof is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de aan hem tenlastegelegde feiten heeft begaan.”